Aeneis 8.704–713 – Cleopatra: de verliezer
Latijnse tekst
Actius haec cernens arcum intendebat Apollo
705 desuper; omnis eo terrore Aegyptus et Indi,
omnis Arabs, omnes vertebant terga Sabaei.
Ipsa videbatur ventis regina vocatis
vela dare et laxos iam iamque immittere funis.
Illam inter caedes pallentem morte futura
710 fecerat ignipotens undis et Iapyge ferri,
contra autem magno maerentem corpore Nilum
pandentemque sinus et tota veste vocantem
caeruleum in gremium latebrosaque flumina victos.
Vragen
- Regel 704-706 Actius t/m Sabaei (MM53)
a. Wie beslist uiteindelijk de slag?
b. Welke twee stilistische middelen herken je?
c. Wat is daarvan het effect? - Regel 709 Illam t/m futura (MM54)
a. Waar in de passage 696-713 wordt ook naar haar dood verwezen?
b. Welk verschil merk je op? - Regel 711-713 contra t/m victos (MM55)
Citeer drie tekstelementen waarmee de (god van de) Nijl als persoon wordt voorgesteld.
Vertaling
Actius haec cernens arcum intendebat Apollo
705 desuper; omnis eo terrore Aegyptus et Indi,
omnis Arabs, omnes vertebant terga Sabaei.
Terwijl hij dit zag, spande Apollo van Actium zijn boog
van bovenaf; uit angst van hem sloegen heel Egypte en de Indiërs,
elke Arabier, alle Sabaeërs op de vlucht.
- Actius Apollo - Apollo van Actium; op de kaap bij Actium stond een tempel van Apollo; Apollo beschermde de Trojanen op hun omzwervingen na de val van Troje; ook was hij de beschermer van Augustus.
- Actius ... Apollo - hyperbaton
- desuper - Apollo komt nu net als de andere goden even van boven de scène binnen, nog even om aan te geven dat het wel om een god gaat hier.
- Sabaeus = Sabaeër; inwoner van Saba, een landstreek in Arabië (huidige Jemen)
- omnis ... omnis ... omnes = asyndeton, anafoor, trikolon. Het benadrukt dat alle vijanden, of ze nou van ver kwamen of om de hoek woonden, op de loop gingen voor de overmacht van Octavianus.
Ipsa videbatur ventis regina vocatis
vela dare et laxos iam iamque immittere funes.
Men zag de koningin zelf, nadat de winden waren aangeroepen,
de zeilen hijsen en meteen de schoten laten vieren.
- ipsa ... regina - Cleopatra
- ventis vocatis - ablabs, alliteratie en onomatopee
- vela dare et laxos immittere funes - wat zeiljargon, hier in een nci. verwerkt
- iam iamque = meteen, ieder ogenblik; geeft aan dat het moment dat dit bijna gebeurt afgebeeld is op het schild.
Illam inter caedes pallentem morte futura
710 fecerat ignipotens undis et Iapyge ferri,
contra autem magno maerentem corpore Nilum
pandentemque sinus et tota veste vocantem
caeruleum in gremium latebrosaque flumina victos.
De vuurbeheerser had gemaakt dat zij temidden van het bloedbad, bleek door de toekomstige dood,
meegesleurd wordt door golven en de Noordwestenwind,
daartegenover echter de Nijl, die met zijn grote lichaam treurde
en zijn plooien opende en met zijn gehele kleding de overwonnenen riep
naar zijn donkerblauwe schoot en verborgen stromen.
- illam pallentem - acc. subjectivus bij ferri, aci.
- pallentem - kleur op schild?
- morte futura - Cleopatra zou inderdaad ook zelfmoord plegen, volgens het verhaal door zich te laten bijten door een Egyptische cobra. Deze beschrijving van Cleopatra doet denken aan die van een andere koningin; in 4.644 werd Dido beschreven als pallida morte futura.
- Iapyx - de noordwestenwind; vanuit Italië blazend is die gunstig voor Cleopatra en Marcus Antonius. Hier meer gebruikt als een metoniem voor de wind.
- ferri - inf. praes. act. ind.; onderdeel van een aci.
- contra - er komt hier een tegenstelling, de Nijl is tegenover Cleopatra in het verhaal, en misschien ook wel op het schild.
- magno maerentem - alliteratie
- Nilum - personificatie van de Nijl, verwijzing naar het lichaam (corpore), de kleding (sinus, tota veste), de schoot (gremium). Het geheel wordt tevens gekenmerkt door een polysyndeton
- victos = Cleopatra, Marcus Antonius en hun leger.
Antwoorden op de vragen
- Regel 704-706 Actius t/m Sabaei (MM53)
a. Wie beslist uiteindelijk de slag?
Apollo
b. Welke twee stilistische middelen herken je?
asyndeton en anafoor van omnis
c. Wat is daarvan het effect?
Iedereen sloeg haastig op de vlucht.
- Regel 709 Illam t/m futura (MM54)
a. Waar in de passage 696-713 wordt ook naar haar dood verwezen?
necdum t/m angues (697)
b. Welk verschil merk je op?
In 697 is zij midden in de strijd gewikkeld en denkt niet aan de dood. In 713 is zij verslagen en slaat zij op de vlucht.
- Regel 711-713 contra t/m victos (MM55)
Citeer drie tekstelementen waarmee de (god van de) Nijl als persoon wordt voorgesteld.
magno maerentem corpore (711)
pandentem ... tlm ... vocantem (712)
in gremium (713)