Aeneis 8.626–641 – Scènes uit de vroege geschiedenis van Rome 1
Latijnse tekst
Illic res Italas Romanorumque triumphos
haud vatum ignarus venturique inscius aevi
fecerat ignipotens, illic genus omne futurae
stirpis ab Ascanio pugnataque in ordine bella.
630 Fecerat et viridi fetam Mavortis in antro
procubuisse lupam, geminos huic ubera circum
ludere pendentes pueros et lambere matrem
impavidos, illam tereti cervice reflexa
mulcere alternos et corpora fingere lingua.
635 Nec procul hinc Romam et raptas sine more Sabinas
consessu caveae, magnis Circensibus actis,
addiderat, subitoque novum consurgere bellum
Romulidis Tatioque seni Curibusque severis.
Post idem inter se posito certamine reges
640 armati Iovis ante aram paterasque tenentes
stabant et caesa iungebant foedera porca.
Vragen
- Regel 626-629 illic res t/m bella (MM27)
a. Welk twee stilistische middelen herken je?
b. Wat valt je op aan de plaatsing van het subject en de persoonsvorm? - Regel 626-629 (MM28)
Citeer de tekstelementen die verwijzen naar de voorgeschiedenis van Rome. - Regel 626-629 (MM29)
Citeer het tekstelement waarmee Vulcanus wordt aangeduid. - Regel 626 e.v. (MM30)
Welke verandering in het verteltempo treedt er op vanaf regel 626? - Regel 629 pugnataque in ordine bella (MM64)
Welke oorlogen zijn opvallend afwezig in de opsomming die volgt? - Regel 630-632 fecerat t/m lingua (MM31)
a. Welke metrische bijzonderheid herken je?
b. Welke twee hyperbata hangen hiermee samen? - Regel 630 Mavortis in antro (MM32)
Op hun wandeling heeft Euander deze grot getoond aan Aeneas. Citeer het desbetreffende tekstelement uit regel 342-346. - Regel 630-34 (MM33)
Citeer de vier tekstelementen waaruit blijkt dat er een vertrouwelijke band is tussen de twee jongetjes en de wolvin. - Regel 639 idem … reges (MM34)
Wie worden bedoeld? Geef de namen.
- Regel 641 iungebant foedera (MM35)
Met welke woorden uit de voorafgaande scène (635-638) vormt dit een contrast?
Vertaling
De beschrijving van het schild begint met een overzicht van wat we kunnen verwachten:
Illic res Italas Romanorumque triumphos
haud vatum ignarus venturique inscius aevi
fecerat ignipotens, illic genus omne futurae
stirpis ab Ascanio pugnataque in ordine bella.
Daarop had de vuurbeheerser de Italische geschiedenis en de triomftochten van de Romeinen,
niet
onbekend met de voorspellingen en (niet) onwetend van de tijd die zal komen,
gemaakt, daarop het hele geslacht van de toekomstige
nakomelingenschap
vanaf Ascanius en in volgorde de gevochten oorlogen.
- illic ... illic - anafoor
- res (a) Italas (b) Romanorumque (b) triumphos (a) - chiasme; daarnaast een iuxtapositie van Italas en Romanorum om de tegenstelling tussen beide te benadrukken.
- ignipotens = Vulcanus, de god van de smeedkunst, de man van Venus
- Vulcanus had dus blijkbaar de hele geschiedenis van Rome, beginnend bij Ascanius, op het schild afgebeeld. Hieronder volgen specifieke scènes uit die geschiedenis, die op het schild afgebeeld zijn.
De eerste scène op het schild gaat over Romulus en Remus en de wolvin:
630 Fecerat et viridi fetam Mavortis in antro
procubuisse lupam, geminos huic ubera circum
ludere pendentes pueros et lambere matrem
impavidos, illam tereti cervice reflexa
mulcere alternos et corpora fingere lingua.
Hij had ook gemaakt dat in de groene grot van Mars een pas geworpen hebbende
wolvin
zich neer had gelegd, dat de tweelingjongens voor haar, rondom de tepels
hangend, hebben gespeeld en onbevreesd hebben gezogen bij hun moeder,
dat zij hen, nadat de welgevormde nek omgebogen was,
beurtelings heeft gestreeld en hun lichamen heeft gevormd met haar tong.
- fecerat - gevolgd door drie aci's: procubuisse lupam; geminos ludere ... pueros et lambere; illam ... mulcere ... et ... fingere
- viridi Mavortis in antro - bedoeld wordt dus het Lupercal
- impavidos - enjambement
- tereti cervice reflexa - ablabs
Scène 2 gaat over de Sabijnse maagdenroof:
635 Nec procul hinc Romam et raptas sine more Sabinas
consessu caveae, magnis Circensibus actis,
addiderat, subitoque novum consurgere bellum
Romulidis Tatioque seni Curibusque severis.
En niet ver hiervandaan had hij Rome en de Sabijnse vrouwen, die zedeloos geroofd waren
uit het publiek van de toeschouwersruimte, toen de grote
circusspelen bezig waren,
toegevoegd, en dat plotseling een onverwachte oorlog uit was gebroken
tussen de afstammelingen van Romulus
en de oude Tatius en het strenge Cures.
- raptas - dominant gebruikt ppp
- Sabinae - omdat het jonge Rome alleen maar mannen telde, besloot Romulus de naburige Sabijnen met hun vrouwen en dochters uit te nodigen voor de spelen. Tijdens deze spelen werden de Sabijnse vrouwen geroofd tijdens de Sabijnse maagdenroof, waarna een oorlog tussen de Romeinen en de Sabijnen volgde.
- Romulidae - bedoeld worden de Romeinen, niet letterlijk de nakomelingen van Romulus
- Tatius - Titus Tatius was de koning van de Sabijnen
- Cures - belangrijkste stad van de Sabijnen; Titus Tatius woonde hier
De derde scène gaat over het vredesverdrag tussen de Romeinen en de Sabijnen:
Post idem inter se posito certamine reges
640 armati Iovis ante aram paterasque tenentes
stabant et caesa iungebant foedera porca.
Daarna stonden dezelfde koningen met elkaar nadat ze de strijd hadden beëindigd,
gewapend voor het altaar van Jupiter en offerschalen vasthoudend,
en
nadat een zeug was gedood, sloten ze een verdrag.
- posito certamine - ablabs
- armati (a) Iovis ante aram (b) paterasque (b) tenentes (a) - chiasme
- In dit stuk gaat de tekst van indirecte rede naar directe rede, waardoor het meer en meer een verhaal over de Romeinse geschiedenis wordt en niet alleen de beschrijving van wat Aeneas ziet.
Antwoorden op de vragen
- Regel 626-629 illic res t/m bella (MM27)
a. Welk twee stilistische middelen herken je?
anafoor: illic
litotes: haud ignarus ... inscius
b. Wat valt je op aan de plaatsing van het subject en de persoonsvorm?
Persoonsvorm en subject staan midden tussen het object dat verdeeld is over twee keer twee regels. - Regel 626-629 (MM28)
Citeer de tekstelementen die verwijzen naar de voorgeschiedenis van Rome.
res Italas; genus t/m Ascanio - Regel 626-629 (MM29)
Citeer het tekstelement waarmee Vulcanus wordt aangeduid.
ignipotens - Regel 626 e.v. (MM30)
Welke verandering in het verteltempo treedt er op vanaf regel 626?
vertraging - Regel 629 pugnataque in ordine bella (MM64)
Welke oorlogen zijn opvallend afwezig in de opsomming die volgt?
de Punische Oorlogen - Regel 630-632 fecerat t/m lingua (MM31)
a. Welke metrische bijzonderheid herken je?
enjambement
b. Welke twee hyperbata hangen hiermee samen?
fetam ... lupam en geminos ... pueros - Regel 630 Mavortis in antro (MM32)
Op hun wandeling heeft Euander deze grot getoond aan Aeneas. Citeer het desbetreffende tekstelement uit regel 342-346.
Lupercal (343) - Regel 630-34 (MM33)
Citeer de vier tekstelementen waaruit blijkt dat er een vertrouwelijke band is tussen de twee jongetjes en de wolvin.
ludere (632), impavidos (633), mulcere (634) fingere (634) - Regel 639 idem … reges (MM34)
Wie worden bedoeld? Geef de namen.
Romulus en Tatius
- Regel 641 iungebant foedera (MM35)
Met welke woorden uit de voorafgaande scène (635-638) vormt dit een contrast?
novum consurgere bellum (637)