Aeneis 4.693–705 – Juno stuurt Iris
Iris is de godin van de regenboog en de boodschapster van de goden.
Latijnse tekst
Tum Iuno omnipotens longum miserata dolorem
difficilisque obitus Irim demisit Olympo
695 quae luctantem animam nexosque resolveret artus.
Nam quia nec fato merita nec morte peribat,
sed misera ante diem subitoque accensa furore,
nondum illi flavum Proserpina vertice crinem
abstulerat Stygioque caput damnaverat Orco.
700 Ergo Iris croceis per caelum roscida pennis
mille trahens varios adverso sole colores
devolat et supra caput astitit. “Hunc ego Diti
sacrum iussa fero teque isto corpore solvo:”
Sic ait et dextra crinem secat, omnis et una
705 dilapsus calor atque in ventos vita recessit.
Vragen
- Regel 693 omnipotens (MM48)
a. Leg uit dat dit hier niet waar is.
b. Waarom zou Vergilius Juno dan toch zo noemen? - Regel 696-99 Nam t/m Orco (MM49)
Welke oordeel van de verteller vind je in deze regels? Citeer de tekstelementen waarop je je antwoord baseert. - Regel 693-705 Tum Iuno t/m recessit (MM50)
a. Hoe wordt hier de verhouding tussen lichaam en ziel voorgesteld?
b. Bij de leer van welke filosofen sluit dit aan?
Vertaling
Tum Iuno omnipotens longum miserata dolorem
difficilesque obitus Irim demisit Olympo
695 quae luctantem animam nexosque resolveret artus.
Toen heeft de almachtige Juno, omdat ze medelijden heeft met het lange verdriet
en het moeilijke sterven, Iris omlaaggezonden vanaf de Olympus
opdat
zij de worstelende ziel en de vastgeknoopte ledematen losmaakte.
- Tum Iuno omnipotens - het beeld draait nu weer naar de goden, naar Juno
- omnipotens - almachtig, zo almachtig is Juno hier niet, nu haar favoriete karakter dood gaat zonder dat ze dit kan veranderen en nu Aeneas alsnog naar Italië vertrekt.
- Iris : boodschapper van de goden, met name van Juno. Ze is tevens de godin van de regenboog, het idee is dat wanneer zij naar beneden gaat een regenboog ontstaat.
- resolveret - coni. finalis (in relatieve bijzin)
- Juno heeft zoveel medelijden met Dido dat ze Iris stuurt om haar geest los te maken opdat Dido vredig dood kan gaan.
Nam quia nec fato merita nec morte peribat,
sed misera ante diem subitoque accensa furore,
nondum illi flavum Proserpina vertice crinem
abstulerat Stygioque caput damnaverat Orco.
Want omdat zij noch door het lot noch door een verdiende dood stierf,
maar ongelukkig vóór haar dag en aangestoken door een plotselinge waanzin,
had Proserpina nog niet bij haar het blonde haar op haar kruin
afgesneden en haar hoofd aan de Stygische Orcus gewijd.
- nec fato - het is toch juist het vertrek van Aeneas naar Italië, omdat het zijn lot is daar een stad te stichten, dat ervoor heeft gezorgd dat Dido nu zelfmoord heeft gepleegd?
- De Romeinen dachten dat bij de geboorte een (levens)draad werd gespannen. Hier waren drie godinnen verantwoordelijk voor 1. die laat het beginnen, 2. die kijkt hoelang het draad moet worden, 3. die de draad afknipt = de dood. Dido hoefde dus eigenlijk nog niet dood ze had niks fout gedaan, en zou daarom de gemiste tijd nog op aarde moeten rondzwerven.
- merita nec morte - vertellerscommentaar
- misera ante diem - Dido is dus niet doodgegaan door het lot, of omdat ze het verdiende, maar ongelukkig en voor haar tijd. NB In haar vervloeking zegt Dido dat ze wil dat ook Aeneas ante diem sterft.
- flavum ... vertice crinem abstulerat - de beschrijving van een ongebruikelijk ritueel. Bij offerdieren werd soms wat haar geplukt voordat het offer plaats vond, en het idee is dat bij mensen, Proserpina, de godin van de onderwereld, een haarlok van de stervende moest afsnijden voordat deze echt kon overlijden.
- Orcus - de onderwereld
700 Ergo Iris croceis per caelum roscida pennis
mille trahens varios adverso sole colores
devolat et supra caput astitit. “Hunc ego Diti
sacrum iussa fero teque isto corpore solvo:”
Dus Iris vliegt, bedekt met dauw, met haar saffraankleurige vleugels door de hemel omlaag,
terwijl ze duizend verschillende kleuren trekt door de zon tegenover haar
en is (in de lucht) blijven zweven boven haar hoofd. “Deze (haarlok) breng ik, voor Pluto
als offer, omdat ik bevolen was, en ik maak je los van dit lichaam:”
- mille varios colores - duizend verschillende kleuren → de regenboog; Iris is de godin van de regenboog.
- Diti sacrum - als offer voor Pluto; Dis is een andere naam voor Pluto/Hades.
- iussa - bevolen door Juno.
Sic ait et dextra crinem secat, omnis et una
705 dilapsus calor atque in ventos vita recessit.
Zo spreekt ze en ze snijdt met haar rechterhand de haarlok af, en tegelijk is alle
warmte weggegleden en is haar leven in de winden verdwenen.
- ventos vita - alliteratie die daarnaast klinkt als het blazen van de wind
- De ziel werd gezien als één met de adem, en als iemand overlijdt verdwijnt die adem en dus de ziel in de lucht.
- Het verhaal van Dido eindigt door de tussenkomst van Juno en Iris toch op een mooie vredevolle manier, waardoor we niet helemaal depressief zijn aan het einde van boek IV.
Antwoorden op de vragen
- Regel 693 omnipotens (MM48)
a. Leg uit dat dit hier niet waar is.
Juno is niet almachtig; zij was weliswaar de beschermster van Karthago maar niet in staat Dido te redden en ook niet bij machte Aeneas weg te houden van Italie en zo de stichting van Rome te voorkomen.
b. Waarom zou Vergilius Juno dan toch zo noemen?
Je zou het hier kunnen opvatten als vertellerscommentaar: de wil der goden is voor de mens niet te doorgronden. Eigenlijk heeft Juno Dido opgeofferd aan haar eigen plannen.
- Regel 696-99 Nam t/m Orco (MM49)
Welke oordeel van de verteller vind je in deze regels? Citeer de tekstelementen waarop je je antwoord baseert.
De verteller vindt dat zij deze dood niet heeft verdiend (merita nec morte) en hij heeft medelijden met haar (misera).
- Regel 693-705 Tum Iuno t/m recessit (MM50)
a. Hoe wordt hier de verhouding tussen lichaam en ziel voorgesteld?
De ziel en het lichaam zijn twee verschillende dingen; de ziel verlaat het lichaam bij de dood.
b. Bij de leer van welke filosofen sluit dit aan?
Dit sluit aan bij de leer van Plato en Pythagoras.