Aeneis 4.45–55 Anna haalt Dido over aan haar gevoelens toe te geven 2

Dido is verliefd.

Latijnse tekst

45  “Dis equidem auspicibus reor et Iunone secunda
hunc cursum Iliacas vento tenuisse carinas.
Quam tu urbem, soror, hanc cernes, quae surgere regna
coniugio tali! Teucrum comitantibus armis,
Punica se quantis attollet gloria rebus!
50  Tu modo posce deos veniam, sacrisque litatis               
indulge hospitio causasque innecte morandi,
dum pelago desaevit hiems et aquosus Orion,
quassataeque rates, dum non tractabile caelum.”

Vorige tekst :: Naar boven :: Volgende tekst

Aantekeningen

1    

Vragen

  1. Regel 31-53 Anna refert t/m caelum.'
    a. Welke argumenten voert Anna achtereenvolgens aan tegenover Dido om haar ertoe te brengen toe te geven aan haar gevoelens voor Aeneas?
    b. Wat is het verschil tussen haar argumenten in 31-38 en 39-53? 
  2. Regel 45-46
    Leg uit dat hier dramatische ironie aanwezig is.
  3. Regel 50 Tu modo posce deos veniam
    Op welke woorden van Dido is dit een reactie?
  4. Regel 54 His t/m amore
    a. Welk stilistisch middel herken je?
    b. Wat is daarvan de functie? 
  5. Regel 54-55
    Hoe kun je verklaren dat Anna Dido zo snel heeft kunnen overreden?
    (Mavortia Moenia, vraag 10-14)

Werkvertaling

Klik hier om de betekenis van de kleuren en opmaak te zien (popup)

   45  “Dis equidem auspicibus reor et Iunone secunda
hunc cursum Iliacas vento tenuisse carinas.
Quam tu urbem, soror, hanc cernes, quae surgere regna
coniugio tali! Teucrum comitantibus armis,
Punica se quantis attollet gloria rebus!

“Ik meen stellig dat, terwijl de goden beschermers zijn en terwijl Juno gunstig is,
de Ilische kielen deze koers door de wind vastgehouden hebben.
Welk een stad, zuster, zul jij hier zien oprijzen, welk een rijk
door een dergelijke verbintenis! Wanneer de wapens van de Trojanen (ons) vergezellen,
tot wat een grote macht zal de Punische roem zich verheffen!

  • tenuisse - aci met Iliacas carinas als ow en hunc cursum als lv
  • carina = metonym (pars pro toto)
  • auspex: betekent eigenlijk iemand die de wil van de goden uit het gedrag van vogels (fluchtpatronen, voedsel, geluiden) afleest, maar kan ook algemener een beschermer betekenen.
  • ironie - in tegenstelling tot wat Anna beweert, is Aeneas niet door een goddelijke beschermers of door gunstige juno naar Africa gekomen, ze wilde juist de vloot zinken. En de wind was niet gunstig (secunda), maar jusit ongunstig. Ze noemt juno natuurlijk omdat dat de godin is van het huwelijke en beschermgodin van Carthago, maar ze weet niet dat Juno Aeneas haat...
  • quam tu urbem, soror, hanc cernes -> Dido en de stad Karthago zijn als het ware in elkaar gewoven in deze zin, want quam (Karthago) tu (Dido) urbem (Karthago), soror (Dido), hanc (Karthago) cernes (Dido).
  • dis auspicibus ablabs
  • Iunone secunda ablabs
  • enallage: Iunone secunda ... vento
  • anna hint weer naar een huwelijk met coniugio tali, versterkt door een enjambement
  • hyperbaton: Illiacas carinas
  • ironie: Juno heeft Anna
    helemaal niet geholpen!
  • dis auspicibus...Iunne secunda 2x ablabs (esse mist want er is geen ptc van esse)
  • ACI
  • dis = deis
  • secunda = aci, esse mist maar er is geen ptc van esse??????
  • Als er geen participium is vul je esse aan (er is hier namelijk geen participium van)
  • quam = qualem
  • quae = qualia

50  Tu modo posce deos veniam, sacrisque litatis
indulge hospitio causasque innecte morandi,
dum pelago desaevit hiems et aquosus Orion,
quassataeque rates, dum non tractabile caelum.”

Jij, vraag de goden slechts om toestemming, en nadat offers met gunstig resultaat geofferd zijn,
geef toe aan gastvrijheid en vlecht oorzaken om hem op te houden aan elkaar,
zolang op zee onweer tekeergaat en de regenrijke Orion, en de schepen beschadigd zijn, zolang de hemel niet handelbaar is.’

  • trikolon, met posce, indulge, innecte, bevat de drie delen van Anna's advies: (1) toestemming van de goden krijgen, (2) Aeneas welkom laten voelen en (3) hem verleiden te blijven
  • venia betekent zowel toestemming als vergiffenis, beide betekenissen kunnen hier. Anna zou denken toestemming, Dido eerder vergiffenis
  • sacris litatis - ablabs
  • indulge + dat. (hospitio)
  • anafoor bij dum
  • morandi = gerundium
  • quassataque = sunt aanvullen ellips
  • non tractabile caelum = est aanvullen ellips
  • dum t/m caelum anafoor van dum, trikolon, zowel de zee (pelago desaevit hiems, quassatae rates) als de lucht (aquosus Orion, non tractabile caelum) komen aan bod. Al met al is het nergens veilig op het water.

 

Antwoorden op de vragen

10
a 31-8 Je jeugd gaat voorbij zonder liefde en kin,deren; Sychaeus zal het je niet kwalijk nemen; nooit was je gevoelig voor een andere man: dat is nu kennelijk anders.
39-53 We warden omringd door vijanden en er dreigt nog steeds gevaar vanuit Tyrus. Het is in het belang van Karthago dat je een verbintenis aangaat met Aeneas. De goden en Juno zelf hebben hem naar ons toegestuurd.
b De argumenten in 31-8 zijn van persoonlijke aard en hebben betrekking op Dido zelf; de argumenten in 39-53 zijn van politieke aard en hebben te maken met het belang van de stad.

11
Anna suggereert dat Juno (beschermgodin van het huwelijk) Dido welgezind is en dat de landing van de Trojanen in het belang van Karthago is. De lezer weet echter dat Juno Aeneas tegenwerkt en dat ze hem alleen wil weghoude,n van Italie; bovendien zal de komst van Aeneas juist de ondergang van Dido warden.

12
ante, pudor ... t/m ... sepulcro. (27-9) Dido wil trouw blijven aan Sychaeus en haar schroom om dat niet te doen niet verliezen. Anna spoort haar aan om de goden vergiffenis te vragen voor het nemen van die beslissing.

13
a de metafoor van het vuur
b Het sluit aan bij de eerste twee regels van boek vier, maar nu is Dido in een volgende fase beland en geeft toe aan haar verliefdheid.

14
Anna verwoordt precies wat Dido eigenlijk zelf diep in haar hart denkt en voelt. (Ze stelt als het ware de 'zondige' kant van Dido voor)


 

Romeinse kalender

Vergilius

» Over Vergilius
» Aeneis
» Ecloga
» Georgica