Aeneas herkent zijn moeder en is boos – Aeneis 1.402–417

Aan het typen...

Latijnse tekst

Dixit et avertens rosea cervice refulsit,
ambrosiaeque comae divinum vertice odorem
spiravere; pedes vestis defluxit ad imos,
405 et vera incessu patuit dea. Ille ubi matrem
agnovit tali fugientem est voce secutus:
‘Quid natum totiens, crudelis tu quoque, falsis
ludis imaginibus? Cur dextrae iungere dextram
non datur, ac veras audire et reddere voces?’

410 Talibus incusat, gressumque ad moenia tendit.
At Venus obscuro gradientis aëre saepsit,
et multo nebulae circum dea fudit amictu,
cernere ne quis eos neu quis contingere posset,
molirive moram, aut veniendi poscere causas.
415 Ipsa Paphum sublimis abit, sedesque revisit
laeta suas, ubi templum illi, centumque Sabaeo
ture calent arae, sertisque recentibus halant.

Vorige tekst :: Naar boven :: Volgende tekst

Werkvertaling

Dixit et avertens rosea cervice refulsit,
ambrosiaeque comae divinum vertice odorem
spiravere; pedes vestis defluxit ad imos,
405 et vera incessu patuit dea. Ille ubi matrem
agnovit tali fugientem est voce secutus:

Zij heeft gesproken en zich afwendend met haar rozenrode hals gestraald,
en (haar) ambrozijnen haren hebben vanaf de kruin een goddelijke geur
geademd; haar kleed is tot het onderste van haar voeten neergegolfd,
en door het voortschrijden heeft zij zich openbaard als een echte godin. Zodra hij zijn moeder
herkend heeft, heeft hij haar, de vluchtende, gevolgd, met een stem als volgt:

  • Kortom, ze straalt een en al goddelijkheid uit
  • Ambrozijn = het eten van de goden; nectar = het drinken
  • Eigenlijk herkende hij zijn moeder al veel eerder maar nu weet hij zeker dat ze het is, dus volgt haar
  • met de stem worden woorden bedoeld

Quid natum totiens, crudelis tu quoque, falsis
ludis imaginibus? Cur dextrae iungere dextram
non datur, ac veras audire et reddere voces?’

‘Waarom bedriegt/speelt u uw zoon zovaak, ook u bent wreed, met valse
verschijningen? Waarom wordt mijn rechter hand te verbinden aan jouw rechterhand
niet (aan mij) gegeven, en echte stemmen te horen en terug te geven?

  • De reactie van Aeneas is vrij direct
  • Echte stemmen (woorden) omdat ze vermomd was en nooit eerlijk en open
  • veras (a) audire (b) et reddere (b) voces (a) -> chiasme

410 Talibus incusat, gressumque ad moenia tendit.

Met dergelijke (dingen) beschuldigdt hij, en hij richt zijn pas naar de muren.

At Venus obscuro gradientes aëre saepsit,
et multo nebulae circum dea fudit amictu,
cernere ne quis eos neu quis contingere posset
molirive moram aut veniendi poscere causas.

Maar Venus heeft hen, terwijl zij gingen, met donkere lucht omhuld
en de godin heeft hen omgeven met veel omhulling van nevel,
opdat niet iemand hen zien kon en opdat niet iemand hen aanraken kon
of oponthoud kon veroorzaken of de redenen van het komen kon vragen.

  • Venus legt dus een donkere wolk over Aeneas en de mannen om ze te beschermen en dat ze niet gezien worden en tegen gehouden kunnen worden
  • posset = coni. finalis
  • veniendi = gerundium
  • cernere (a) ... quis (b) ... quis (b) contingere (a) -> chiasme

415 Ipsa Paphum sublimis abit, sedesque revisit
laeta suas, ubi templum illi, centumque Sabaeo
ture calent arae, sertisque recentibus halant.

Zelf gaat ze hoog in de lucht weg naar de Paphus en keert ze blij terug
naar haar zetel, waar aan haar een tempel is, en honderd altaren door wierook
van Saba warm/ zijn en ruiken naar verse bloemenkransen.

  • na illi ellips van est, dat. possessivus
  • Paphus - stad op cyprus met een bkeend heiligdom van Venus
  • Sabaeus - van Saba, landstreek in zuidwest Arabië, algemeen, Arabisch

Vragen

  1. Regel 404 pedes t/m imos (71)
    Welke verandering constateer je ten opzichte van haar eerdere uiterlijk? Verwijs bij je antwoord naar de relevante regelnummers.
  2. Regel 407 tu quoque (72)
    Wie nog meer?
  3. Regel 411-414 At t/m causas (73)
    Noteer een chiasme uit deze regels.
  4. Regel 410-414 Talibus t/m causas (74)
    Lees onderstande vertaling van M. d'Hane-Scheltema en beantwoord de vragen.
    1 en Venus, de godin, omringt hun tocht met donkere nevel
    2 en legt een dikke wolkenmantel om hen heen, zodat
    3 geen mens hen zien kan en geen mens ook op hen toe zal komen
    4 of hen zal verhinderen of vragen wat zij komen doen.

    a. 1 hun tocht
    Noteer het Latijn waarvan dit de weergave is.
    b. 2 een dikke wolkenmantel
    Noteer het Latijn waarvan dit de weergave is.
    c. 1-2
    Wat valt je op aan het tempus van beide persoonsvormen in de vertaling vergeleken met het Latijn?
    d. 4 wat zij komen doen
    Noteer het Latijn waarvan dit de weergave is.