Aeneis 1.353–368 – Venus vertelt over Dido 2
Aan het typen...
Latijnse tekst :: Latijnse tekst met aantekeningen :: Werkvertaling :: Analyse
Latijnse tekst
Ipsa sed in somnis inhumati venit imago
coniugis, ora modis attollens pallida miris;
355 crudelis aras traiectaque pectora ferro
nudavit, caecumque domus scelus omne retexit.
Tum celerare fugam patriaque excedere suadet,
auxiliumque viae veteres tellure recludit
thesauros, ignotum argenti pondus et auri.
360 His commota fugam Dido sociosque parabat.
Conveniunt, quibus aut odium crudele tyranni
aut metus acer erat; navis, quae forte paratae,
corripiunt, onerantque auro. Portantur avari
Pygmalionis opes pelago; dux femina facti.
365 Devenere locos, ubi nunc ingentia cernes
moenia surgentemque novae Karthaginis arcem,
mercatique solum, facti de nomine Byrsam,
taurino quantum possent circumdare tergo.
Vorige tekst :: Naar boven :: Volgende tekst
Vragen
Werkvertaling
Klik hier om de betekenis van de kleuren en opmaak te zien (popup)
Ipsa sed in somnis inhumati venit imago
coniugis, ora modis attollens pallida miris;
355 crudeles aras traiectaque pectora ferro
nudavit, caecumque domus scelus omne retexit.
‘Maar in haar slaap/droom is de schim zelf gekomen van haar onbegraven
echtgenoot, terwijl hij op wonderbaarlijke wijze zijn bleke gezicht ophief;
355 hij heeft de wrede altaren en zijn met het ijzer doorboorde borst
onthuld,
en heeft de hele verborgen misdaad van het huis/de familie openbaard.
- ijzer metonym zwaard
- het wrede altaar enallage
- eerst heeft Pygmalion het verborgen gehouden, maar toen was Sychaeus het spookje het zat en kom tdie zelf.
Tum celerare fugam patriaque excedere suadet,
auxiliumque viae veteres tellure recludit
thesauros, ignotum argenti pondus et auri.
360 His commota fugam Dido sociosque parabat.
Dan raadt hij (haar) aan haast te maken met de vlucht en uit het vaderland weg te gaan,
en onthult als hulp voor de tocht de oude schatten/schatkamer in de aarde/onder de grond,
een onbekend gewicht aan zilver en goud.
360 Hierdoor/ Door deze gebeurtenissen verbijsterd bereidde Dido de vlucht en metgezellen voor.
Conveniunt, quibus aut odium crudele tyranni
aut metus acer erat; navis, quae forte paratae,
corripiunt, onerantque auro. Portantur avari
Pygmalionis opes pelago; dux femina facti.
Zij komen bijeen, die of een wrede haat jegens de tiran
of een hevige vrees hadden/koesterden; schepen, die toevallig gereed waren/lagen,
eigenen ze zich toe, en laden ze vol met goud. De rijkdom van de hebzuchtige Pygmalion wordt over zee vervoerd;
een vrouw is leider van de daad.
quibus = rel mia
ellips? dux femina facti ergens
365 Devenere locos, ubi nunc ingentia cernes
moenia surgentemque novae Karthaginis arcem,
mercatique solum, facti de nomine Byrsam,
taurino quantum possent circumdare tergo.
365 Zij zijn terechtgekomen in het gebied, waar je nu enorme muren zult zien
en de burcht van het nieuwe Carthago verrijzen,
en zij hebben grond gekocht, Byrsa naar de naam van de daad,
zoveel als ze met een stierenhuid konden omgeven.’
Dido probleem = slangennest
devenere = devenerunt