Jupiter voorspelt de komst van Augustus – Aeneis 1.283–296

Latijnse tekst :: Latijnse tekst met aantekeningen :: Werkvertaling :: Analyse

Latijnse tekst

“Sic placitum. Veniet lustris labentibus aetas
cum domus Assaraci Pthiam clarasque Mycenas
285  servitio premet ac victis dominabitur Argis.
Nascetur pulchra Troianus origine Caesar,
imperium Oceano, famam qui terminet astris,
Iulius, a magno demissum nomen Iulo.
Hunc tu olim caelo, spoliis Orientis onustum,
290  accipies secura; vocabitur hic quoque votis.
Aspera tum positis mitescent saecula bellis:
cana Fides et Vesta, Remo cum fratre Quirinus
iura dabunt; dirae ferro et compagibus artis
claudentur Belli portae; Furor impius intus
295  saeva sedens super arma et centum vinctus aënis
post tergum nodis fremet horridus ore cruento.”

Vorige tekst :: Naar boven :: Volgende tekst

Vragen

  1. Regel 283-85 veniet … t/m … Argis
    a Naar welke historische gebeurtenissen wordt hier verwezen?
    b Wanneer vonden deze plaats?
    (Mavortia Moenia, vraag 24)
  2. Regel 286 Caesar
    a Wie wordt bedoeld?
    b Wat valt je op aan het metrum van deze regel?
    c Wat is daarvan het effect?
    (Mavortia Moenia, vraag 25)
  3. Regel 289 spoliis Orientis onustum
    Naar welke historische feiten wordt hier verwezen?
    (Mavortia Moenia, vraag 26)
  4. Regel 290 vocabitur … t/m … votis
    Waarop doelt Jupiter?
    (Mavortia Moenia, vraag 27)
  5. Regel 290 hic quoque
    a evenals …
    b Citeer de desbetreffende woorden van Jupiter uit 257-66
    (Mavortia Moenia, vraag 28)
  6. Regel 291-96 aspera … t/m … cruento
    Welke adiectiva onderstrepen het gruwelijke van de oorlog?
    (Mavortia Moenia, vraag 29)
  7. Regel 294 claudentur Belli portae
    a Naar welk historisch feit wordt hier verwezen?
    b Wat valt je op aan het metrum van deze woorden
    c Wat is daarvan het effect?
    (Mavortia Moenia, vraag 30)

Werkvertaling

Klik hier om de betekenis van de kleuren en opmaak te zien (popup)

“Sic placitum. Veniet lustris labentibus aetas
cum domus Assaraci Pthiam clarasque Mycenas
285  servitio premet ac victis dominabitur Argis.

Zo is er besloten. Er zal terwijl de jaren verstrijken een tijd komen
wanneer het huis van Assaracus Pthia en het beroemde Mycene
285 met slavernij zal onderdrukken en zal heersen over het overwonnen Argos.

terminet coni definitivus geloof ik

sic placitum zit een ellips van est zo besloten, zo wil ze ook liever dat je het vertaald

hou toch op jo

dan is het tussen haakjes kort maar krachtig

je bent echt irritant sorry dat ik het zeg

dan moet ik dit ook weer printen met twintig witregels

ik ga gwn niks meer zeggen

futurum veniet premet dominabitur nascetur accipies vocabitur

en dan nog iets labentibus is ppa

 

Nascetur pulchra Troianus origine Caesar,
imperium Oceano, famam qui terminet astris,
Iulius, a magno demissum nomen Iulo.

Er zal een Trojaanse Caesar geboren worden van edele afkomst,
die zijn rijk met de Oceaan, zijn roem met de sterren zal begrenzen,
Julius, een naam afgeleid van de grote Julus.

Hunc tu olim caelo, spoliis Orientis onustum,
290  accipies secura; vocabitur hic quoque votis.

Hem zul jij ooit in de hemel, met buit van het Oosten beladen,
290 onbezorgd ontvangen; ook zal hij aangeroepen worden met gebeden.

Aspera tum positis mitescent saecula bellis:
cana Fides et Vesta, Remo cum fratre Quirinus
iura dabunt; dirae ferro et compagibus artis
claudentur Belli portae; Furor impius intus
295  saeva sedens super arma et centum vinctus aënis
post tergum nodis fremet horridus ore cruento.”

Dan zullen de ruwe eeuwen zachter worden nadat de oorlogen zijn beëindigd:
de grijze Fides en Vesta, Quirinus met zijn broer Remus
zullen recht spreken; met ijzer en strakke voegen zullen de verschrikkelijke
poorten van de Oorlogsgod gesloten worden; de goddeloze Furor zal daarbinnen
295 zittend bovenop de woeste wapens en geketend met honderd bronzen knopen
achter de rug huiveringwekkend brullen met zijn bebloede mond.”

hyperbaton: positis bellis, dirae portae, saeva arma

nog een futurm mitescent

dabunt

claudentur evt kan ook praesens zijn

en fremet

Antwoorden op vragen

  1. Regel 283-85 veniet … t/m … Argis
    a Naar welke historische gebeurtenissen wordt hier verwezen?
    de verovering van Griekenland door de Romeinen
    b Wanneer vonden deze plaats?
    in de eerste helft van de tweede eeuw v. Chr.; 168 slag bij Pydna; 146 verwoesting Korinthe
    (Mavortia Moenia, vraag 24)
  2. Regel 286 Caesar
    a Wie wordt bedoeld?
    Octavianus Augustus
    b Wat valt je op aan het metrum van deze regel?
    spondeïsch
    c Wat is daarvan het effect?
    Het markeert een belangrijk moment in de geschiedenis van Rome.
    (Mavortia Moenia, vraag 25)
  3. Regel 289 spoliis Orientis onustum
    Naar welke historische feiten wordt hier verwezen?
    Octavianus' overwinning bij Actium en zijn veroveringen in het oosten
    (Mavortia Moenia, vraag 26)
  4. Regel 290 vocabitur … t/m … votis
    Waarop doelt Jupiter?
    apotheose van Augustus
    (Mavortia Moenia, vraag 27)
  5. Regel 290 hic quoque
    a evenals …
    Aeneas
    b Citeer de desbetreffende woorden van Jupiter uit 257-66
    259-60 sublimem ... tlm ... Aenean.
    (Mavortia Moenia, vraag 28)
  6. Regel 291-96 aspera … t/m … cruento
    Welke adiectiva onderstrepen het gruwelijke van de oorlog?
    291-6 aspera, dirae, impius, saeva, horridus, cruento
    (Mavortia Moenia, vraag 29)
  7. Regel 294 claudentur Belli portae
    a Naar welk historisch feit wordt hier verwezen?
    het sluiten van de Janustempel als teken van vrede over de hele wereld; na Actium (31 v. Chr.) gebeurde dat weer voor het eerst sinds het einde van de Eerste Punische oorlog.
    b Wat valt je op aan het metrum van deze woorden
    spondeïsch
    c Wat is daarvan het effect?
    Het onderstreept een plechtig en historisch belangrijk moment.
    (Mavortia Moenia, vraag 30)