Venus en Jupiter bespreken het lot van Aeneas – Aeneis 1.223–304
De Trojanen hebben schipbreuk geleden voor de kust van Carthago.
After the storm, feast, and lament, the action here shifts away from the Trojans and toward the gods and their machinations.
Here Venus pleads with Jupiter on behalf of her son Aeneas and his Trojans. Jupiter consoles her with the promise of empire for Aeneas' descendents, the Roman people.
Dit deel is een van de fragmenten waarin Vergilius het mythologische verleden met de eigentijdse geschiedenis met elkaar weet te verbinden.
- 1.223–237 Venus beklaagt zich bij Jupiter om het lot van Aeneas 1
- 1.238–253 Venus beklaagt zich bij Jupiter om het lot van Aeneas 2
- 1.254–266 De voorspelling van Jupiter 1
- 1.267–282 De voorspelling van Jupiter 2
- 1.283–296 Jupiter voorspelt de komst van Augustus
- 1.297–304 Mercurius gaat naar Carthago