Seneca
Lucius Annaeus Seneca werd in 5 v. Chr. in het Spaanse Cordoba geboren. Hij was daarom geen hardcore Romein, en heeft zijn hele leven geprobeerd ‘Romeinser’ dan de Romeinen zelf te worden. Hij was vooral geïnteresseerd in de filosofie, met name de filosifie van de Stoa, en schreef daar veel over. Seneca leefde tijdens vier keizers, achtereenvolgens Augustus, Tiberius, Claudius en Nero. Hij heeft contacten gehad met Claudius, dat ging alleen niet zo goed en hij is toen verbannen. Hij was na de dood van Claudius teruggehaald naar Rome om de opvoeder en adviseur van keizer Nero te worden, samen met zijn moeder Agrippina. Nero komt als die 16 jaar oud is op de troon, dus Seneca en Agrippina regelen samen de staat. Toen hij 18 jaar oud werd was Nero het zat, eerst vroeg hij ze af te treden maar dat gebeurde niet. Hij had toen twee opties, ombrengen met gif maar dit was de klassieker, en zou te veel opvallen. Daarom besloot hij een schip te bouwen dat dan aan zijn moeder gegeven werd. Zij vond het een prachtig gebaar om de band te herstellen. Dus ze ging op pad met die boot en ongeveer halverwege ... kreeg de bestuurder van het schip het bevel om een hendel om te halen, het schip viel toen uit elkaar. Zij lag in een bed en dan zou er een luik op haar moeten vallen, maar ze had net eten gekregen, dus stond er een tafeltje op haar bed omdat ze net had gegeten en viel het luik daar op. Ze overleefden, toen kreeg ze hulp, toen riep een slavin dat ze Agrippina was en die werd door de riemen doodgeslagen. Agrippina zelf hield zich stil en zwom naar de kust. Toen ze weer terug was in Rome had Nero twee slaven bevolen haar te doden. Ze lag in bed en toen deed ze haar buik laten zien en toen zei ze: dit is waarin hij is voortgebracht, dus laat het dan ook zo eindigen. daar werd ze gestoken met zwaarden. sommige mensen denken dat hij gestoord was, dat denken psychologen vooral, anderen denken dat het roddelverhalen waren. Het volk van Rome werd Nero spuugzat. Uiteindelijk draait Nero door en wordt Seneca gedwongen zelfmoord te plegen. Hij durfde zelf geen zelfmoord te plegen. Dus liet hij een van zijn slaven hem vermoorden. De zelfmoord van Seneca is beschreven door Tacitus. Dit gebeurt in 65 n. Chr. Dit lijkt op de dood van Socrates.
Zijn belangrijkste werk zijn de Epistulae Morales ad Lucilium (Morele brieven aan Lucilius), die hij aan het eind van zijn leven in 62/65 publiceerde. Het werk omvat in totaal 124 brieven aan zijn vriend en leerling Lucilius, alle brieven beginnen dan ook met Seneca Lucilio suo salutem. De brieven kunnen beschouwd worden als een cursus filosofie in briefvorm. De brieven waren dan ook nooit verzonden en alleen bedoeld voor publicatie: echte literaire brieven. Door alles in briefvorm te schrijven werd het persoonlijker en toegankelijker dan een normaal boek. Met name de stoïcijnse filosofie, waar Seneca aanhanger van was, komt naar voren. Het gaat over hoe je gelukkig moet worden.
Filosofie
In Rome ging de filosofie voornamelijk over de weg naar geluk. Zaken als leven na de dood en het ontstaan van de wereld namen ze voor lief. Er waren verschillende manieren om geluk te bereiken.
Seneca was een stoïcijn, een aanhanger van de Stoa. De aanhangers daarvan geloofden dat de wereld werd geregeerd door ratio (of logos in het Grieks). Dit was een soort goddelijk materiaal dat in iedereen en alles aanwezig was. Het doel was om de ratio te begrijpen en zo deugd te bereiken. Dit werd gedaan door secundam naturam vivere (volgens de natuur (= ratio) leven). De ratio zorgt er namelijk voor dat mensen goed doen. Verder was het belangrijk dat je je niet hechte aan indifferentia (geld, macht, liefde, vrienden, en al die andere zaken), want dit waren dingen die er niet toe doen. Je moest niet enthousiast worden van deze dingen of deze dingen begeren, want de ratio is het enige dat belangrijk is. Daarom moest je je emoties negeren, dit heet apatheia.
Een andere stroming was het epicurisme. Volgens hen was geluk het wegnemen van angst waardoor je je in een staat van ataraxia (onverstoorde gemoedstoestand) kon bevinden. Het hoogste doel was het bereiken van voluptas (genot), maar wel in mate.
Verder waren er de cynici (naar κυων, hond). Het hoogste goed was probabile: alles is waarschijnlijk, nergens is bewijs voor, vandaar de kritische tot cynische houding. Hierbij hoort onafhankelijkheid van andere mensen en materiaal bezit. Een beroemde cynicus, Diogenes, leefde in een ton met alleen zijn mantel en een houten kom, maar hij was wel heel gelukkig.