Epistulae 8.10 De miskraam van Calpurnia 1

Plinius schreef deze brief aan de opa van zijn vrouw, Calpurnia, over dat zij een miskraam heeft gehad. Opa Fabatus wilde echter maar al te graag kleinkinderen. De brief is erg liefdevol en zielig, en over het taalgebruik is zorgvuldig nagedacht. Dit is te merken aan de lengte en de complexiteit van de zinnen.

Er is een wordbestand met de Latijnse tekst, de vertaling, en verdere uitleg over de grammatica, stijlfiguren en inhoud: Epistula 8.10 - De miskraam van Calpurnia 1

Brief met vertaling

C. PLINIUS FABATO PROSOCERO SUO S.           Gaius Plinius groet zijn Fabatus, de grootvader van zijn echtgenote.

Quo magis cupis ex nobispronepotes videre, hoc tristior audiesneptem tuam abortum fecisse, dum se praegnantem esse puellariter nescit, ac per hoc quaedam custodienda praegnantibus omittit, facitomittenda. Quem errorem magnis documentis expiavit, in summum periculum adducta.

Naarmate jij meer verlangt kleinkinderen van ons te zien, zul je dit triester horen, dat jouw kleindochter een miskraam heeft gehad, doordat ze op meisjesachtige wijze niet weet dat ze zwanger is en door dit laat ze dingen na die door zwangere vrouwen in acht genomen moeten worden, ze doet dingen die nagelaten moeten worden. En ze heeft geboet voor die fout met grote waarschuwingen, gebracht naar het grootste gevaar.

quo magis                              naarmate

audies                                    futurum praes. act. 2e pers. sing.

neptem tuam t/m fecisse      AcI

se praegnantem esse            AcI (se komt 93% voor in AcI)

quaedam                                dingen (acc. plur. onzijdig, congrueert niet)

custodienda                           bijvoeglijk gebruikt gerundivum

praegnantibus                       dativus auctoris

omittenda                              bijvoeglijk gebruikt gerundivum, vul aan: quaedam

omittit, facit                           asyndeton: het voegwoord maar mist

quem                                      relatieve aansluiting, bedoeld wordt Calpurnia

errorem                                  De miskraam wordt hier een fout genoemd, iets wat niet echt gepast is om te zeggen.

Igitur, ut necesse est graviter accipiassenectutem tuam quasi paratis posterisdestitutam, sic debes agere disgratias, quod ita tibi in praesentia pronepotes negaverunt, ut servarentneptem, illos reddituri, quorum nobisspem certiorem haec ipsa quamquam parum prospere explorata fecunditas facit.

Dus, hoewel het niet anders kan of jij het zwaar opneemt dat jouw ouderdom beroofd is van als het ware voorbereide nakomelingen, toch moet jij dank betuigen aan de goden, hoewel ze voor jou voor dit moment weliswaar achterkleinzonen hebben geweigerd, maar ze redden jouw kleindochter, met de bedoeling om hen te geven, waarop juist deze vruchtbaarheid voor ons de hoop zeker maakt, hoewel te weinig voorspoedig verkend.

igitur t/m facit                        Deze lange zin is voor de meeste gymnasiasten echte nightmare fuel. Begin bij het vertalen met het markeren van de persoonsvormen, voegwoorden en coniunctivi.

ut sic                                   hoewel … toch

necesse est + coni.                 het kan niet anders of

ita ut                                   weliswaar … maar

accipias                                  coniunctivus door necesse est

quasi paratis                          Fabatus wilde zo graag nakomelingen, dat hij ze als het ware had voorbereid.

dis                                           = deis

debes t/m gratias                  Fabatus moet dank betuigen aan de goden, want ze hebben zijn dochter in leven gehouden. Het was namelijk gebruikelijk om te sterven ten gevolge van een miskraam.

(ut) servarent                         coniunctivus door ut; imperfectum dus redden met dd

illos                                         Verwijst naar pronepotes

reddituri                                 pfa: zullende geven/met de bedoeling om te geven

quorum                                  genitivus obiectivus bij spem; illos is het antecedent

Isdem [verbis] nunc egote quibusipsum me hortor moneo confirmo. Neque enim ardentius tupronepotes quam egoliberos cupio, quibus videor a meo tuoque laterepronum ad honores iter et audita latius nomina et non subitas imagines relicturus [esse].

Met dezelfde woorden waarmee ik mezelf aanspoor, waarschuw, troost, spoor ik je nu aan, waarschuw ik je, troost ik je. Want jij wil niet vurig kleinkinderen dan ik kinderen wil, aan wie ik van mijn en jouw kant schijn te zullen nalaten een makkelijke weg naar ereambten en naar tamelijk wijd gehoorde namen en naar voorouderportretten die niet van gisteren dateren.

isdem                                     Vul aan: verbis

hortor moneo confirmo        asyndeton

ardentius                               comparativus bijwoord; quam geeft vergelijking aan

tu                                            Vul aan: cupis

pronum t/m imagines           De familie van Plinius en Calpurnia behoorden tot de hogere rangen. Het is daarom makkelijk voor hun kinderen om ereambten te bekleden, een bekende naam te krijgen en de voorouderportretten, die gemaakt werden van mensen die een hoge functie hadden bekleed.

relicturus                                Vul aan: esse: infinituvus futurum act.

Nascantur modo et hunc nostrum dolorem gaudio mutent. Vale.

Mogen ze slechts geboren worden en mogen ze dit verdriet van ons wisselen voor vreugde. Hartelijke groet.

nascantur                               coniunctivus desiderativus

mutent                                   coniunctivus desiderativus

 

Romeinse kalender