Epistulae 7.5 Hartenkreet

Plinius schreef deze uiterst romantische brief aan zijn vrouw Calpurnia, die in Campanië was.

Er is een wordbestand met de Latijnse tekst, de vertaling, en verdere uitleg over de grammatica, stijlfiguren en inhoud: Epistula 7.5 - Hartenkreet

Brief met vertaling

C. PLINIUS CALPURNIAE SUAE S.                       Gaius Plinius groet zijn Calpurnia.

Incredibile est quanto desiderio tui tenear. In causa amor primum, deinde quod non consuevimus abesse.

Het is ongelooflijk door een hoe groot verlangen naar jou ik word vastgehouden. De reden daarvan is ten eerste (mijn) liefde, vervolgens dat wij niet gewend zijn niet samen te zijn.

tui                                           genitivus obiectivus

tenear                                    coniunctivus interrogativus (coni. praes. pass.)

abesse                                    afwezig zijn> niet samen te zijn

in causa t/m abesse               Plinius verlangt naar Calpurnia om twee redenen: ten eerste zijn liefde voor haar, en ten tweede dat hij haar mist nu hij niet bij haar is.

Inde est quod magnam noctiumpartem in imagine tua vigil exigo; inde quod interdiu, quibus horiste visere solebam, ad diaetam tuam ipsi me, ut verissime dicitur, pedes ducunt; quod denique aeger et maestus ac similis excluso a vacuo limine recedo.

Daardoor komt het dat ik een groot deel van de nachten wakker doorbreng met jouw beeld voor ogen; daarom dat overdag, op de uren waarop ik gewend was jou te bezoeken, de voeten zelf mij naar jouw kamer leiden, zoals zeer eerlijk gezegd wordt; tenslotte dat ik ziek en bedroefd en gelijk aan een afgewezene uit het lege vertrek terugtrek.

inde est quod                        daardoor komt het dat

noctium                                  knuffelstand; gen. plur. (op –ium in plaats van –um!)

visere                                     zien > bezoeken

ad diaetam tuam                   Plinius gaat naar haar kamer, maar Calpurnia is er niet.

limine                                     metonymia vertrek < drempel

Unum tempus his tormentis caret, quo in foro et amicorum litibus conteror. Aestima tu, quae vita mea sit, cui requies in labore, in miseria curisque solacium. Vale.

Eén moment is vrij van deze kwellingen, waarop ik me uitsloof op het forum en in processen van vrienden. Schat jij in, wat mijn leven is, aan wie rust in werk, troost in zorgen en ongeluk is. Veel liefs.

sit                                           coniunctivus interrogativus

his tormentis                         Plinius bedoelt het gemis van zijn geliefde

litibus                                     Plinius was blijkbaar ook een advocaat.

aestima                                  imperativus praes. act.

cui t/m solacium                    paradoxen chiasme versterkt door een asyndeton.

Romeinse kalender