Epistulae 7.33 IJdelheid

Plinius schrijft deze brief aan Tacitus om te vragen of hij zijn optreden in het proces Baebius Massa wil beschrijven in zijn Historiae. Plinius schrijft het stuk alvast. Massa werd in 93 aangeklaagd wegens afpersing met geweld.

Er is een wordbestand met de Latijnse tekst, de vertaling, en verdere uitleg over de grammatica, stijlfiguren en inhoud: Epistula 7.33 - IJdelheid

Brief met vertaling

C. PLINIUS TACITO SUO S.                                 Gaius Plinius groet zijn Tacitus.

Auguror nec me fallit augurium, historias tuas immortales futuras; quo magis illis (ingenue fatebor) insericupio. Nam si essenobis curae solet, ut facies nostra ab optimo quoque artifice exprimatur, nonne debemus optare, ut operibus nostris similis tuiscriptor praedicatorque contingat?

Ik heb een voorgevoel en mijn voorgevoel bedriegt mij niet, dat jouw geschiedwerken onsterfelijk zullen zijn; des te meer verlang ik daarin (ik zal het eerlijk bekennen) opgenomen te worden. Want als het gewoon is het ons tot zorg te zijn dat ons gezicht wordt afgebeeld door juist de beste kunstenaar, dan moeten wij toch wensen, dat onze werken een schrijver en lofredenaar gelijk aan jou ten deel valt?

exprimatur, contingat           coniunctivus door ut

nam si t/m contingat             Het schrijven over iemand van Tacitus wordt gezet naast het afbeelden van iemand door de beste kunstenaar: Plinius zegt dat Tacitus een meester in zijn vak is.

Demonstro ergo, quamquam diligentiam tuam fugere non possit, cum sit in publicis actis, demonstro tamen, quo magis credas, iucundum mihifuturum, si factum meum, cuius gratia periculo crevit, tuo ingenio tuo testimonio ornaveris.

Dus ik wijs je op een gebeurtenis, hoewel die niet jouw opmerkzaamheid kan ontvluchten, omdat het in de openbare notulen is, toch wijs ik je erop, opdat jij des te meer gelooft, dat het prettig voor mij zal zijn, als jij mijn optreden, dat door het risico in een nog gunstiger daglicht kwam te staan, zult hebben geëerd met jouw talent, met jouw getuigenis.

possit                                     coniunctivus door quamquam

sit                                           coniunctivus causalis

quo magis                              des te meer

credas                                     coniunctivus door weggelaten ut; finalis dus

futurum                                  pfa, ellips van esse, persoonsvorm in aci.

Dederat me senatus cum Herennio Senecioneadvocatum provinciae Baeticae contra Baebium Massam, damnatoque Massa censuerat, ut bona eius publice custodirentur.

De senaat had mij met Herennius Senecio als advocaat aan de provincie Baetica tegen Baebius Massa gegeven, en nadat Massa veroordeeld was, had hij ervoor gestemd dat de goederen van hem door de staat werden bewaakt.

Herennio Senecione              Een vriend van Plinius, en zijn medeadvocaat.

provinciae Baeticae               Het huidige Andalusië; de provincie had Massa aangeklaagd, wat laat zien hoe serieus het is.

Baebium Massa                     Hij was proconsul in Baetica van 92 tot 93.

damnato Massa                     ablativus absolutus

custodirentur                         coniunctivus finalis

Senecio, cum explorassetconsules postulationibusvacaturos, convenitme et ‘Qua concordiainquitiniunctam nobisaccusationem exsecuti sumus, hac adeamusconsules petamusque, ne bona dissipari sinant, quorum esse in custodia debent.’

Senecio, omdat hij had uitgezocht dat de consuls zouden ingaan op de verzoeken tot herziening van een veroordeling, zoekt me op en zegt: ‘Met de eendracht, waarmee wij de aan ons opgelegde aanklacht uit hebben gevoerd, laten wij ons daarmee wenden tot de consuls en laten wij vragen, opdat zij niet toestaan dat de goederen verkwanseld worden, waarvan ze in toezicht moeten zijn.’

explorasset                            =exploravisset; coniunctivus causalis

consules t/m vacaturos         Massa had een verzoek tot herziening van een veroordeling ingediend: hij ging in hoger beroep. De consuls gingen hierop in.

adeamus, petamus                coniunctivus adhortativus

sinant                                     coniunctivus finalis

esse in custodia debent        De consuls hadden Massa’s bezittingen geconfisqueerd, omdat hij ze op een corrupte manier had verkregen.

Respondi: ‘Cum simus advocati a senatu dati, dispice, num peractas putespartes nostras senatus cognitione finita.’ Et ille: ‘Tu, quem voles, tibiterminum statues, cui nulla cum provincia necessitudo, nisi ex beneficio tuo et hoc recenti; ipse et natus ibi et quaestor in ea fui.’ Tum ego: ‘Si fixum tibi istud ac deliberatum, sequarte ut, si qua ex hoc invidia, non tantum tua.’

Ik heb geantwoord: ‘Omdat wij door de senaat toegewezen advocaten zijn, overweeg, of jij dan meent dat onze rol voltooid is nadat gerechtelijk onderzoek beëindigd was.’ En hij: ‘Jij kunt voor jouzelf het einde vaststellen, dat je zal willen, omdat er geen enkele nauwe band met de provincie is, behalve uit jouw bewezen dienst en dit van recente datum, zelf ben ik en daar geboren en in haar quaestor geweest. Toen ik: ‘Als dit voor jou onveranderlijk en overwogen is, zal ik je volgen, opdat als uit dit een of andere onaangename situatie is, het niet alleen de jouwe is.

simus                                      coniunctivus causalis

peractas partes nostras        De door de senaat aangewezen rol is uitgespeeld, Plinius vindt dus dat ze er niet verder op in moeten gaan.

nulla necessitudo                  Plinius had geen enkele band met de provincie: Senecio daarentegen was er geboren en quaestor geweest en wil dat ze weer van zich laten horen.

sequar te                                Plinius zal Massa volgen om zo eenduidig te blijven.

putes                                      coniunctivus interrogativus

Venimus ad consules; dicit Senecioquae res ferebat, aliqua subiungo. Vixdum conticueramus, et Massa questus Senecionem non advocatifidem, sed inimici amaritudinem implesse, impietatisreum postulat.

Wij gaan naar de consuls; Senecio zegt wat de zaak vereist, ik voeg sommige dingen toe. Nog maar nauwelijks waren wij klaar met spreken, of Massa, nadat hij heeft geklaagd dat Senecio niet blijk heeft gegeven van het vertrouwen van een advocaat, maar van verbittering van de vijand, klaagt hem aan wegens plichtsverzaking.

Senecionem t/m postulat     Volgens Massa handelde Senecio door zijn band met de provincie niet als advocaat, maar als privépersoon tegen Massa in het vormen van zijn oordeel.

implesse                                 = implevisse

Horror omnium; ego autem ‘Vereorinquam, ‘clarissimi consules, ne mihi Massa silentio suopraevaricationem obiecerit, quod non et me reum postulavit.’

Ontsteltenis van allen: ik zeg echter: ‘Ik vrees, zeer beroemde consuls, dat Massa mij een schijnaanklacht heeft verweten door zijn eigen stilzwijgen, omdat hij niet de zaak en mij heeft aangeklaagd.’

praevaricationem                  Plinius speelt hier de held door de beschuldiging van Massa te weerleggen. Plinius was ten slotte ook betrokken bij het vormen van het oordeel, en wat was zijn band met de provincie? Dan zou Massa Plinius ook aan moeten klagen, omdat ze samen hebben gewerkt aan de aanklacht, maar dat doet Massa niet.

obiecerit                                 coniunctivus finalis

Quae vox et statim excepta, et postea multo sermone celebrata est. Divus quidem Nerva (nam privatus quoque attendebat his quae recte in publico fierent) missis ad me gravissimis litteris non mihi solum, verum etiam saeculo est gratulatus, cui exemplum (sic enim scripsit) simile antiquis contigisset.

En deze stem is en meteen opgevangen en later in menig gesprek geprezen. De goddelijke Nerva zeker (want ook persoonlijk schonk hij aandacht aan deze dingen, die op juiste wijze in het openbaar gebeurden) heeft met een zeer ernstige brief gezonden aan mij niet alleen mij, maar ook onze tijd gefeliciteerd, waaraan een voorbeeld (want zo heeft hij geschreven) gelijk aan die uit oude tijden ten deel was gevallen.

divus Nerva                            Nerva was keizer van 96 tot 98. Op het moment van schrijven was die al dood, en daarom vergoddelijkt. Plinius noemt hem nog eens als autoriteitsargument om aan te geven wat het belang van zijn handelen was. Als zelfs de keizer speciaal naar hem een brief stuurt, dan moet het wel wat voorstellen!

fierent                                    coniunctivus definitivus

contigisset                             coniunctivus definitivus

Haec, utcumque se habent, notiora, clariora, maiora tu facies; quamquam non exigo, ut excedas actae reimodum. Nam nec historia debet egredi veritatem, et honeste factis veritas sufficit. Vale.

Jij zult deze dingen, wat het belang er ook van is, beroemder, bekender, groter maken; hoewel ik niet verlang, dat jij de maat van de gedane zaak overdrijft. Want noch de geschiedenis moet treden buiten de waarheid, en de waarheid is voldoende voor de fatsoenlijk gedane zaken. Vaarwel.

excedas                                  coniunctivus finalis

 

Romeinse kalender