Epistulae 1.1 Plinius gaat zijn brieven publiceren

Plinius stuurt een brief aan zijn vriend Septicus, dat hij eindelijk zijn verzameling brieven gaat publiceren.

Latijnse tekst met aantekingen

C. PLINIUS SEPTICIO <CLARO> SUO S.

[1] Frequenter hortatus es, ut epistulas, si quas paulo curatius scripsissem, colligerem publicaremque. Collegi non servato temporis ordine — neque enim historiam componebam —, sed ut quaeque in manus venerat. 

[2] Superest ut nec te consilii nec me paeniteat obsequii. Ita enim fiet, ut eas quae adhuc neglectae iacent requiram et si quas addidero non supprimam. Vale.

  • Septicius
  • frequenter = herhaaldelijk

C. Plinius groet zijn Septicus.

Herhaaldelijk heb je mij aangespoord om de brieven, als ik er een tal wat verzorgder zou hebben geschreven, te verzamelen en te openbaren. Ik heb ze verzameld, niet op volgorde van tijd bewaren want ik stelde niet de geschiedenis samen) maar zoals elk in mijn handen was gekomen. 

Er blijft over, dat jij geen spijt heb van jou plan en dat ik geen spijt heb van de opvolging ervan. Het zal namelijk zo gebeuren, dat ik diegene opzoek, die tot nu toe verwaarloosd liggen, en dat ik, als ik er een paar zal hebben toegevoegd, niet zal achterhouden. Gegroet.

Werkvertaling

Werkvertaling 1.1

Romeinse kalender