Apollo en Python – Ovidius Metamorphoses 1.438-451
Latijnse tekst met aantekeningen 1.438-451
nom. gen. dat. acc. abl. voc. bijw. vgw pv. imp. coni. ptc. inf. gnd./grv.
Werkvertaling
Illa quidem nollet, sed te quoque, maxime Python,
tum genuit, populisque novis, incognita serpens,
terror eras: tantum spatii de monte tenebas. [440]
Ook al wilde zij (de natuur) het weliswaar niet, maar ook jij, zeer grote Python,
heeft ze toen voortgebracht, en voor de nieuwe volkeren was jij, onbekende slang,
een schrikbeeld: zoveel ruimte van de berg nam jij in.
- Illa quidem nollet = Ook al wilde zij (de natuur) het weliswaar niet: Illa is onderwerp, persoonsvorm is coni. impf. act.
- sed te quoque, maxime Python = maar ook jij, zeer grote Python: maxime betekent zeer groot omdat er geen vergelijking is, maxime Python is vocativus.
- tum genuit = heeft ze toen voortgebracht: het onderwerp bij genuit is nog steeds illa.
- populisque novis, incognita serpens, terror eras: = en voor de nieuwe volkeren was jij, onbekende slang, een schrikbeeld: nieuwe volkeren is dativus, verzwogen onderwerp is Python, incognita serpens is vocativus.
- tantum spatii de monte tenebas = zoveel ruimte van de berg nam jij in: tantum + gen. betekent zoveel, de moet als van vertaald worden dus van de berg.
Hunc deus arcitenens, numquam letalibus armis
ante nisi in dammis capreisque fugacibus usus,
mille gravem telis, exhausta paene pharetra,
perdidit effuso per vulnera nigra veneno.
Hem heeft de booghoudende god, hoewel hij de dodelijke wapens nooit
eerder gebruikt had behalve bij herten en vluchtende reeën,
zwaar door duizend pijlen, hoewel zijn pijlkoker bijna was leeggemaakt,
gedood, nadat gif door zwarte wonden uitgegoten was.
- Hunc deus arcitenens = Hem heeft de booghoudende god: hunc is de acc.sg.m. van hic, verwijst naar Python. deus arcitentens verwijst naar Apollo.
- numquam letalibus armis ante nisi in dammis capreisque fugacibus usus = hoewel hij de dodelijke wapens nooit eerder gebruikt had behalve bij herten en vluchtende reeën: participiumconstructie bij deus arcitenens, letalibus armis abl. obj. bij usus, usus is deponsens dus actieve vertaling, nisi in een ontkennende zin (door numquam) betekent behalve.
- mille gravem telis = zwaar door duizend pijlen: gravem congrueert met hunc (Python). mille kan niet verbuigen, maar hoort bij telis.
- exhausta paene pharetra = hoewel zijn pijlkoker bijna was leeggemaakt: abl abs.
- perdidit = gedood: hier pas verschijnt de persoonsvorm die hoort bij deus arcitenens.
- effuso per vulnera nigra veneno = nadat gif door zwarte wonden uitgegoten was: abl abs.
Neve operis famam posset delere vetustas, [445]
instituit sacros celebri certamine ludos,
Pythia de domitae serpentis nomine dictos.
En opdat ouderdom de beroemdheid van het werk niet kon vernietigen,
heeft hij heilige spelen met drukbezochte wedstrijden ingesteld,
die de Pythische spelen genoemd waren door de naam van de getemde slang.
- Neve operis famam posset delere vetustas = En opdat ouderdom de beroemdheid van het werk niet kon vernietigen: posset is coni. finalis bij ne, vorm is coni. impf. act.
- instituit sacros celebri certamine ludos = heeft hij heilige spelen met drukbezochte wedstrijden ingesteld: typisch voorbeeld van knuffelstand.
- Pythia de domitae serpentis nomine dictos = die de Pythische spelen genoemd waren door de naam van de getemde slang: ptc. constructie bij sacros ludos. domitae is ptc. dat bij serpentis hoort.
Hic iuvenum quicumque manu pedibusve rotave
vicerat, aesculeae capiebat frondis honorem.
Nondum laurus erat, longoque decentia crine [450]
tempora cingebat de qualibet arbore Phoebus.
Wie ook van de jonge mannen met hand of voeten of wiel
had gewonnen, ontving de eer van eikenkrans.
Nog niet was er de laurier, en Phoebus bekranste zijn mooie hoofd met lange haren
met kransen van iedere mogelijke boom.
- Hic iuvenum quicumque manu pedibusve rotave vicerat = Wie ook van de jonge mannen met hand of voeten of wiel had gewonnen: hic quicumque is onderwerp, nom. sg. mnl., vicerat plqpf. van vinco, vincere.
- aesculeae capiebat frondis honorem = ontving de eer van eikenkrans
- Nondum laurus erat = Nog niet was er de laurier: de laurier is de boom van Apollo, de reden daarvan (iets met een nimf die Daphne heette) wordt in het verhaal dat hier direct op volgt uitgelegd.
- longoque decentia crine tempora cingebat de qualibet arbore Phoebus = en Phoebus bekranste zijn mooie hoofd met lange haren met kransen van iedere mogelijke boom: longo en crine congrueren, decentia en tempora congrueren. Wat mist is de ablativusvorm frondibus, die beschrijft waarmee hij zijn hoofd bekransde, ellips want in vorige zin wel al genoemd. Let op hoe qualibet van vorm verandert om bij het vrouwelijke arbore te passen: het is eigenlijk de goede vorm van qui, quae, quod + libet.