AUC 58.1-5 – Een nachtelijk bezoek
Paucis interiectis diebus Sex. Tarquinius, inscio Collatino, cum comite uno Collatiam venit.
Nadat er enkele dagen tussen waren laten verlopen, is Sextus Tarquinius, terwijl Collatinus onwetend was, met een vriend naar Collatia gegaan.
Ubi exceptus benigne ab ignaris consilii, cum post cenam in hospitale cubiculum deductus esset, amore ardens, postquam satis tuta circa sopitique omnes videbantur, stricto gladio ad dormientem Lucretiam venit, sinistraque manu mulieris pectore oppresso ‘Tace, Lucretia’, inquit; ‘Sex. Tarquinius sum; ferrum in manu est; moriere, si emiseris vocem.’
En daar is hij vriendelijk door onwetenden van het plan ontvangen, toen hij na het diner naar het gastenverblijf weggevoerd was, is hij, terwijl de liefde brandde, nadat de omgeving veilig genoeg was en allen diep in slaap schenen, met een getrokken zwaard naar de slapende Lucretia gegaan, en nadat met de linkerhand de borst van de vrouw naar beneden gedrukt was, heeft hij gezegd: ‘Zwijg, Lucretia; ik ben Sextus Tarquinius; er is een zwaard in mijn hand; je zult sterven, als je een kik zult geven.’
Cum pavida ex somno mulier nullam opem, prope mortem imminentem videret, tum Tarquinius fateri amorem, orare, miscere precibus minas, versare in omnes partes muliebrem animum.
Toen de vrouw, die uit haar slaap opgeschrikt was, geen hulp, (maar) een dreigende dood nabij zag, toen gaf Tarquinius zijn liefde toe, smeekte hij, mengde hij bedreigingen met smeekbeden, beïnvloedde hij de geest van de vrouw op alle manieren.
Ubi obstinatam videbat et ne mortis quidem metu inclinari, addit ad metum dedecus: cum se mortua iugulatum servum nudum positurum ait, ut in sordido adulterio necata dicatur.
Toen hij zag dat ze standvastig was en dat ze zelfs niet met angst van de dood van mening veranderde, voegt hij aan de angst schande toe: toen zei hij dat hij naast haar lijk een naakte slaaf, die hij vermoord heeft, zal plaatsen, opdat men zegt dat ze tijdens smerig overspel omgebracht is.
Quo terrore cum vicisset obstinatam pudicitiam velut victrix libido, profectusque inde Tarquinius, ferox expugnato decore muliebri, esset, Lucretia maesta tanto malo nuntium Romam eundem ad patrem Ardeamque ad virum mittit, ut cum singulis fidelibus amicis veniant; ita facto maturatoque opus esse; rem atrocem incidisse.
En door angst hiervoor had toen de als het ware zegevierende begeerte standvastige kuisheid overwonnen, en vervolgens vertrok Tarquinius uitgelaten over het veroveren van de eer van de vrouw, Lucretia heeft bedroefd over zoveel kwaad eenzelfde bericht gestuurd naar Rome naar haar vader als naar Ardea naar haar man, opdat ze ieder met één trouwe vriend komen; dat ze zo moeten handelen en zich haasten; dat iets afschuwelijks heeft plaatsgevonden.