Buiten in de kou – Odes 3.10

 

Latijnse tekst

Extremum Tanain si biberes, Lyce,
saevo nupta viro, me tamen asperas
porrectum ante foris obicere incolis
 plorares Aquilonibus.
5 Audis quo strepitu ianua, quo nemus
inter pulchra satum tecta remugiat
ventis, et positas ut glaciet niues
puro numine Iuppiter?
Ingratam Veneri pone superbiam, ne currente retro funis eat rota: 10 non te Penelopen difficilem procis Tyrrhenus genuit parens. O quamvis neque te munera nec preces nec tinctus viola pallor amantium nec vir Pieria paelice saucius 15 curuat, supplicibus tuis parcas, nec rigida mollior aesculo nec Mauris animum mitior anguibus: non hoc semper erit liminis aut aquae caelestis patiens latus. 20

Het stormt en is ijzig koud. Horatius ligt op de stoep voor de deur van Lyce en smeekt haar hem binnen te laten. Deze ode heeft als voorbeeld Griekse epigrammen, waarin een vrouw een serenade wordt gebracht.

 

ode over lyce, lyce heeft een bepaalde betekenis in het Grieks λύκος is een wolf, lyke is een wolvin in het latijn lupa, dat betekent naast wolf ook hoer. dus de vraag is, is het een mooie, dappere, sterke naam of een beledigende naam.

 

 

Latijnse tekst

Extremum Tanain si biberes, Lyce,
saevo nupta viro, me tamen asperas
porrectum ante fores obicere incolis
plorares Aquilonibus.

Audis quo strepitu ianua, quo nemus [5]
inter pulchra satum tecta remugiat
ventis et positas ut glaciet nives
puro numine Iuppiter?

Ingratam Veneri pone superbiam,
ne currente retro funis eat rota: [10]
non te Penelopen difficilem procis
Tyrrhenus genuit parens.

O quamvis neque te munera nec preces
nec tinctus viola pallor amantium
nec vir Pieria paelice saucius [15]
curvat, supplicibus tuis

parcas, nec rigida mollior aesculo
nec Mauris animum mitior anguibus.
Non hoc semper erit liminis aut aquae
caelestis patiens latus. [20]

1   extremum Tanain si let op de plaatsing van si, het leidt een irrealis in
    extremus hier: verweg gelegen
    Tanain Griekse acc. van Tanais
    Tanais m de Tanais; Griekse naam voor de Don, een rivier in Zuidwest-Rusland, waar het meest noordoostelijke deel van het Romeinse rijk lag.
    Tanain bibere lett.: (het water van) de Tanais drinken; fig.: wonen aan de Tanais
    Lyce Griekse vrouwennaam; lett.: wolvin
2   saevus woest
    nupta gehuwd (met + dat.)
    me t/m Aquilonibus lees: plorares tamen me porrectum ante asperas fores obicere incolis Aquilonibus
    me object bij obicere
    asperas verwijst niet alleen naar de deur, maar ook naar de bewoners van het huis
3   porrectus uitgestrekt
    fores, ium f pl. deur
    ob-icio, icere hier: blootstellen (aan + dat.)
    incola inwoner; als adi. inheems
4   ploro, polare + inf. het erg vinden (uit medelijden)
    Aquilo, onis m noordenwind
5   strepitus, us m hier: gekraak (geklepper, geratel)
    quo (strepitu) leidt een afhankelijke vraagzin in; object bij audis
    ianua ellips: vul zelf in je vertaling een gezegde aan (remugiat)
    nemus t/m tecta Lyce woont in een huis zo groot en mooi dat er niet zo maar een paar struiken tussen de muren op de binnenplaats staan, maar een heel bos
    nemus, oris n woud
6   satus gezaaid, geplant
    re-mugio, mugire weergalmen, weerklinken (loeien; door de wind)
7   et positas ut let op de plaats van ut
    ut adv. hoe
    positas = depositas
    glacio, glaciare tot ijs maken, doen bevriezen
    nix, nivis f sneeuw
8   puro numine lett. met heldere majesteit; bij een onbewolke hemel
    Iuppiter oorspronkelijk een hemelgod; hier vereenzelvigd met de winterhemel
9   ingratus onbemind, niet geliefd (bij + dat.)
    Venus, neris f Venus; godin van de liefde
10   ne ... retro funis eat opdat het touw niet terugloopt; bijvoorbeeld een te strakgespannen touw van een hijskraan
    rota currente abl.abs.: als het wiel draait; de gedachte hierachter is: stel je niet te kuis op, anders schiet je, net zoals een te strak opgewonden touw, ineens door; pas op dat je overdreven kuisheid niet verkeerd afloopt
11   (te) Penelopen Griekse acc.; predicatief gebruikt: als een Penelope
    Penelope vrouw van de Griekse held Odysseus, bleef haar man na twintig jaar trouw, ondanks opdringerige vrijers
    difficilis, e lastig (voor + dat.)
    proca m vrijer
12   Tyrrhenus parens

een Tyrrheense (Etruskische) vader; de Etrusken werden beschouwd als mensen met een losse moraal

    gigno, gignere, genui, genitum baren, voortbrengen
13   quamvis + coni. hoewel, ofschoon
14   tinctus viola pallor lett. de door een violier gekleurde bleekheid; de paars-bleke kleur (namelijk door de kou buiten)
    pallor, oris m bleekheid, vaalheid, bleke kleur
    amantium zelfstandig gebruikt ptc.
    viola viooltje, violier
15   vir Lyce is kennelijk getrouwd
    (vir) ... saucius dominant gebruikt: het feit dat ...
    Pierius uit Piëria; landstreek in Noord-Griekenland waar de Muzen bijzonder vereerd werden.
    paelex, licis f minnares
    saucius gewond; metaforisch gebruikt
16   curvo, curvare krom maken, laten buigen → overhalen
    curvat lees: curvant
    supplex, icis smekend; zelfstandig gebruikt
17   nec mollior ... nec mitior bijstellingen bij de 'jij' in parcas; herhaal in je vertaling jij
    rigida aesculus f een starre/onbuigzame eik; de eik is een boom met zeer hard hout
    rigida ... aesculo ablativus comparationis
18   Maurus Mauretaans; Mauretanië was een koninkrijk in Noordwest-Afika, ongeveer het huidige Marokko en West-Algerije
    animum acc. van betrekking: wat betreft je hart, in je hart
    mitis, e mild
    anguis, is m/f slang
19   Non t/m latus lees: non semper hoc latus patiens liminis aut aquae caelestis erit
    latus, eris n zijde, flank (van de dichter die voor de deur op de stoep ligt)
    patiens, entis + gen. duidend, verdragend; naamwoordelijk deel van het gezegde
    limen, minis n drempel
20   caelestis, e hemels, uit de hemel komend

Werkvertaling

Werkvertaling Ode 3.10