Carmen 42 –

 

Carmen 42

Kom er bij, hendycasyllabi, met hoeveel jullie zijn, allemaal van overal, hoeveel jullie allemaal ook zijn. Die schandelijke bedreigster meent dat ik een idioot ben, en weigert mij onze schrijftafeltjes/gedichten terug te geven, om te zien of jullie het kunnen verdragen. Laten we haar achtervolgen, en ze terug opeisen. Wie is ze, vragen jullie? Zij, die jullie schandelijk zien lopen, vulgair en onnatuurlijk lachend met de mond van een Gallisch hondje. Omsingel haar en eis op, “Vuile bedriegster, geef terug die schrijftafeltjes, geef terug, vuile bedriegster die schrijftafeltjes!” Acht je het geen stuiver waard/trek je er niets van aan? O modderfiguur, hoer, of als je nog iets ergers kan zijn. Maar men mag dit toch niet als voldoende beschouwen. Als het echt niet anders kan, laten we rode gloed op haar brutale hondensnoet verschijnen. Roep samen opnieuw met nog luidere stem: “Vuile bedriegster, geef terug die schrijftafeltjes, geef terug, vuile bedriegster die schrijftafeltjes!” Maar we komen niet vooruit, niets beweegt. We moeten een nieuw/ander plan en tactiek gebruiken als jullie nog verder kunnen gaan/iets meer kunnen bereiken : “Zedig en braaf meisje, geef de schrijfatafeltjes terug.”

 

 

1   salve gegroet

Part of the joke here is the exploitation of formal rhetoric: the poem is a comic
jlagitatio, a traditional form of Volksjusti{ in which an aggrieved party sought to
regain property or other rights by exposing the offender (a thief, perhaps, or debtor)
to withering public ridicule. The custom was still alive in Plautus's day; see Pseudo
357ff. The circumstances (if we are dealing with a real incident) in which the (unnamed)
girl got hold of, and kept, Catullus's writing tablets are obscure, thoughit is (of course) tempting to connect this incident with the lover's threat in 36, to
burn the works of the "worst poet." Yet as Quinn (1970, 217) wisely reminds us,
"the fact that certainty is impossible should warn us that we are letting our curiosity
extend beyond what Catullus has fixed as the relevant data for his poem." Scansion
and vocabulary are both reminiscent of the comic stage (Goldberg 2000,
481- 83).

 

 

 

 

 

Romeinse kalender