Carmen 1 – Voor Cornelius
Cornelius Nepos, biographer and historian
Latijnse tekst
Cui dono lepidum novum libellum
arida modo pumice expolitum?
Corneli, tibi: namque tu solebas
meas esse aliquid putare nugas,
iam tum, cum ausus es unus Italorum
omne aevum tribus explicare cartis,
doctis, Iuppiter, et laboriosis!
Quare habe tibi quidquid hoc libelli
qualecumque, quod, o patrona virgo,
plus uno maneat perenne saeclo.
1 | dono, donare | present, dedicate | |
lepidus | pleasant, neat | ||
2 | aridus | dry, arid | |
modo adv. | just now | ||
pumex, icis m | puimsteen; the ends of a volume were smoothened with pumice | ||
ex-polio, polire | polijsten | ||
3 | Corneli | vocativus | |
namque | = nam | ||
nugae, -arum | trifles, nonsense | ||
Itali, -orum | de Italiërs; dit werk, nu verloren, was blijkbaar minder annalistic dan de meeste Romeinse geschiedwerken. | ||
aevum | tijd | ||
explico, plicare | unfold, explain | ||
charta | leaf of (papyrus) paper; here: volume | ||
laboriosus | laborious | ||
libelli | lett.: whatever kind of book this is of whatsoever sort, i.e. this book such as it is. | ||
qualiscumque | of whatever sort | ||
patrona | protectress; patrona virgo = Muze | ||
manere | |||
perennis, e | lasting, perennial | ||
saeclum | = saeculum |
Werkvertaling
Cui dono lepidum novum libellum
arida modo pumice expolitum?
Corneli, tibi: namque tu solebas
meas esse aliquid putare nugas.
Iam tum, cum ausus es unus Italorum
omne aevum tribus explicare cartis ...
Doctis, Iuppiter, et laboriosis!
Quare habe tibi quidquid hoc libelli —
qualecumque, quod, o patrona virgo,
plus uno maneat perenne saeclo!
Aan wie geef ik het nieuwe aardige boekje,
zojuist met droge puimsteen gepolijst?
Cornelius, aan jou: want jij had de gewoonte
te vinden, dat mijn onbenulligheden iets [waard] waren,
reeds toen, toen jij het waagde als enige van de Italiërs
het hele tijdperk te ontvouwen in drie geschriften [=boeken],
geleerd, bij Juppiter, en vol [=het resultaat van] hard werken.
Pak daarom maar aan wat dit boekje ook is,
hoe het ook maar mag zijn; o beschermvrouw,
moge het meer dan één generatie/eeuw in stand blijven.
Aan wie moet ik het mooie aardige boekje geven, onlangs met een droge steen platgemaakt? Voor jou Cornelius, want hij had de gewoonte te denken dat mijn geklets iets voorstelde al toen, toen jij gedurft hebt als enige van de Italiërs om de hele geschiedenis uit te leggen in drie boeken, geleerde Juppiter en bewerkelijke.
En daarom neem aan dit boekje, wat het ook is en wat het ook waard is; en moge dit, oh beschermvrouwe meer dan een eeuw voortduren.
commentaar
Catullus draagt zijn poëzie op aan Cornelius Nepos. Nepos kwam uit dezelfde streek als Catullus en was zo'n acht jaar ouder. Hij schreef biografieën van beroemde mannen, die bewaard zijn gebleven, maar ook liefdespoëzie, die verloren is gegaan. Ook de 'Chronica', waar Catullus in bovenstaand gedicht naar verwijst, zijn niet bewaard gebleven.