De indeling van Gallië (B. Gal. 1.1)
Latijnse tekst
[1] Gallia est omnis divisa in partes tres, quarum unam incolunt Belgae, aliam Aquitani, tertiam qui ipsorum lingua Celtae, nostra Galli appellantur. 2 Hi omnes lingua, institutis, legibus inter se differunt. Gallos ab Aquitanis Garumna flumen, a Belgis Matrona et Sequana dividit. 3 Horum omnium fortissimi sunt Belgae, propterea quod a cultu atque humanitate provinciae longissime absunt, minimeque ad eos mercatores saepe commeant atque ea quae ad effeminandos animos pertinent important, 4 proximique sunt Germanis, qui trans Rhenum incolunt, quibuscum continenter bellum gerunt. Qua de causa Helvetii quoque reliquos Gallos virtute praecedunt, quod fere cotidianis proeliis cum Germanis contendunt, cum aut suis finibus eos prohibent aut ipsi in eorum finibus bellum gerunt. 5 Eorum una pars, quam Gallos obtinere dictum est, initium capit a flumine Rhodano, continetur Garumna flumine, Oceano, finibus Belgarum, attingit etiam ab Sequanis et Helvetiis flumen Rhenum, vergit ad septentriones. 6 Belgae ab extremis Galliae finibus oriuntur, pertinent ad inferiorem partem fluminis Rheni, spectant in septentrionem et orientem solem. 7 Aquitania a Garumna flumine ad Pyrenaeos montes et eam partem Oceani quae est ad Hispaniam pertinet; spectat inter occasum solis et septentriones.
1 Gallia Gallië
omnis hier: in zijn geheel
Belga m Belg
Aquitanus Aquitaniër
qui relativum m.i.a.
Celta m Kelt
Gallus Galliër
2 inter se onderling
dif-fero, ferre verschillen (in + abl.)
Garumna Garonne; rivier in Frankrijk
Matrona Marne; rivier in Frankrijk en zijtak van de Seine
Sequana Seine; rivier in Frankrijk
3 propterea quod vertaal: vanwege het feit dat
cultus, -us levenswijze
ab-sum, esse ab + abl. verwijderd zijn van
mercator, -oris m koopman, handelaar
com-meo, meare heen en weer gaan
ef-femino, feminare verwekelijken
im-porto, portare invoeren
4 Germanus Germaan
Rhenus Rijn
continenter voortdurend
qua de causa om die reden
Helvetii, -orum Helvetiërs; Gallische stam in huidige Zwitserland.
prae-cedo, cedere + abl. overtreffen in
proelium strijd, gevecht
con-tendo, tendere vechten, strijden
5 initium capio, capere beginnen, oorsprong nemen
Rhodanus Rhône; rivier in Frankrijk
contineo, continēre begrenzen
Oceanus Oceaan
ab + abl. hier: aan de kant van
Sequani, -orum Sequanen; een van de verschillende Gallische stammen
vergo, vergerezich uitstrekken
septentriones, -ium m Zevengesternte (nu grote beer), fig. het noorden
6 extremis dominant gebruikt
inferior hier: onderst(e)
specto, spectare hier: liggen, gericht zijn
7 Aquitania Aquitanië
Pyrenaei montes Pyreneeën
Hispania Spanje
occasus, -us ondergang
Werkvertaling
1 Gallië is in zijn geheel verdeeld in drie delen, waarvan één de Belgen bewonen, een ander de Aquitaniërs, het derde zij, die in de taal van henzelf de Kelten, in onze de Galliërs genoemd worden. 2 Al dezen verschillen onderling in taal, gebruiken en wetten. De rivier Garonne scheidt de Galliërs van de Aquitaniërs, de Marne en Seine van de Belgen. 3 Van al dezen zijn de Belgen het dapperst, vanwege het feit dat ze het verst van de levenswijze en beschaving van de provincie verwijderd zijn, en koopmannen het minst vaak naar hen heen en weer gaan en de dingen invoeren, die betrekking hebben op het verwekelijken van de geesten, 4 en ze zijn het dichtst bij de Germanen gelegen, die over de Rijn wonen, met wie ze voortdurend oorlog voeren. Om die reden overtreffen ook de Helvetiërs de overgebleven Galliërs in moed, omdat zij in bijna dagelijkse gevechten strijden met de Germanen, wanneer ze of hen afhouden van hun gebied of zelf op het gebied van hen oorlog voeren. 5 Een deel van die, waarvan gezegd is dat de Galliërs het bezitten, begint vanaf de rivier de Rhône, wordt begrensd door de rivier de Garonne, de Oceaan, het gebied van de Belgen, raakt ook de rivier de Rijn aan de kant van de Sequanen en de Helvetiërs, strekt zich uit het naar het noorden. 6 De Belgen ontstaan vanaf het uiterste van het gebied van Gallië, strekken zich uit tot aan het onderste deel van de rivier de Rijn, liggen naar het noorden en de opgaande zon. 7 Aquitanië vanaf de rivier de Garonne tot aan de Pyreneeën en dat deel van de Oceaan dat zich uitstrekt tot Spanje; het ligt tussen de ondergang van de zon en het noorden.
ipsorum lingua Celtae, nostra Galli = adversatief asyndeton
occasum solis = metonymia, het westen