Accusativus cum infinitivo
De accusativus cum infinitivo (afgekort a.c.i.) is een manier om in het Latijn de indirecte rede aan te geven. In een directe rede wordt iets gezegd, en hiervoor worden dus aanhalingstekens (“…”) en een dubbele punt gebruikt. Bij de indirecte rede worden geen aanhalingstekens of dubbele punt gebruikt, maar het woord ‘dat’. Vergelijk de volgende twee zinnen:
Paris zegt: “Aphrodite is de mooiste van alle goden.”
Paris zegt dat Aphrodite de mooiste van alle goden is.
In het Latijn is er geen woord voor ‘dat’. In plaats daarvan wordt de a.c.i. gebruikt. Hierbij wordt het onderwerp van de ‘dat’-zin omgezet in een accusativus en de persoonsvorm in een infinitivus. Accusativus cum infinitivo betekent dan ook accusativus met een infinitivus. In het Nederlands komen we deze constructie sporadisch nog tegen. Een voorbeeld:
Ik hoor hem weggaan. (a.c.i.)
Ik hoor dat hij weggaat. (‘dat’-zin)
en:
Hij beveelt
ons te komen. (a.c.i.)
Hij beveelt dat wij komen. (‘dat’-zin)
en
Ik dacht de leraar goed te hebben begrepen. (a.c.i.)
Ik dacht dat ik de leraar goed had begrepen. (‘dat’-zin)
In het Latijn komt dus alleen de a.c.i. voor. Zie bijvoorbeeld de zin:
Pater dicit matrem cantare. - Vader zegt dat moeder zingt
Pater dixit matrem cantare. - Vader heeft gezegd dat moeder heeft gezongen.
Bij vertalen wordt ‘dat’ gebruikt. Als er twee verschillende accusativi in de zin staan, is de eerste bijna altijd het onderwerp. Dit wordt de subjectsaccusativus genoemd (subject = onderwerp). De tweede vorm is dan het lijdend voorwerp, ook wel de objectsaccusativus (object = lijdend voorwerp).
Tijden
perfectum | praesens | futurum | |
---|---|---|---|
praes. | perf. | praes. | fut. |
impf. | plqpf. | impf. | |
fut. | fut. | ||
pf. | plqpf. | perf. | |
plqpf. | plqpf. | plqpf. | |
fut. ex. | fut. ex. |
De a.c.i. met se
Ellips
Voorbeelden uit de tekst
Klik hier voor de antwoorden
- respondi studere me malle (Plin. Ep. 6.16 30-31)
ik heb geantwoord dat ik liever heb willen studeren - adnotavi quae commutanda, quae eximenda (esse) arbitrarer. (Plin. Ep. 7.20 2-3)
ik heb aangetekend wat ik meende dat veranderd moet worden, wat geschrapt moet worden.
4 Nec ignoro alios eius modi casus nihil amplius vocare quam damnum Plinius ep. 8.16 11-12
En ik weet heel goed dat anderen dergelijke gevallen niets meer noemen dan een schadepost
5 Cogita te missum (esse) Plinius Ep. 8.24 4
Bedenk dat je bent uitgestuurd
7 Vides a medicis, …, millius tamen liberos celemntiusque tractari. Plinius Ep. 8.24 16-18
Je ziet dat door dokters, …, toch de vrije mensen zachter en toegeeflijker behandeld worden.
8 Iubet liburnicam aptari Plinius Ep. 6.16 29-30
Hij beveelt een Liburniër klaar te maken
9
In een directe rede wordt iets gezegd, en hiervoor worden dus aanhalingstekens (‘…’) en een dubbele punt gebruikt:
Mevrouw Koning zegt: ‘Voor morgen moeten jullie het blad afmaken.’
De indirecte rede, en dus de A.c.I., maakt geen gebruik van aanhalingstekens en een dubbele punt. Wel gebruikt de A.c.I. het woord ‘dat’:
Mevrouw Koning zegt dat we voor morgen het blad moeten afmaken.
In het Latijn maak je de A.c.I. op de volgende manier:
- Dubbele punt en aanhalingstekens verwijderen.
- Maak dan van de nominativi accusativi, maar alleen als ze in de directe rede worden gebruikt!
- De persoonsvorm in de directe rede wordt een infinitief.