PPP

Het ppp (participium perfectum passief) is een voltooid deelwoord: gegeten, gelopen, etc. Dit congrueert ook met het woord waar het bij hoort, de uitgang is ook hetzelfde als het woord waar het bij hoort alleen moet je eerst wel de stam weten. Deze kan op 2 manieren gevormd worden;

    • regelmatig           stam + –tus                     amare → amatus
    • onregelmatig      3e vorm woordenlijst      facere – feci – factum

Dus dan krijg je bijvoorbeeld amatus, dit ga je dan vervoegen met de uitgangen van de zelfstandige naamwoorden: amatus enz. amata enz. amatum enz.

congrueren met het woord waar het bij hoort.

 

mannelijk

vrouwelijk

onzijdig

sing. nom.

amatus

amata

amatum

gen.

amati

amatae

amati

dat.

amato

amatae

amato

acc.

amatum

amatam

amatum

abl.

amato

amata

amato

plur. nom.

amati

amatae

amata

gen.

amatorum

amatarum

amatorum

dat.

amatis

amatis

amatis

acc.

amatos

amatas

amata

abl.

amatis

amatis

amatis

 

gelopen

   

Vertaling

    • letterlijk              gegild, gegooid, etc.
    • met betr. vnw.    de bal die gegooid was, etc.
    • met voegwoord  ‘nadat’ ‘omdat’ ‘hoewel’
    • onderdeel van de persoonsvorm. Bijvoorbeeld bij de perfectum passief gebruik je ook het ppp met een vorm van esse (vertalen met ‘ik ben …’)

Romeinse kalender