Vertalen
Zinnen zijn opgebouwd rondom werkwoorden. Deze geven de actie aan, wat er gebeurt. Daarom is de eerste stap in het Latijn het zoeken van de werkwoordsvormen. Als je deze goed beheerst, is het vaak makkelijk om deze te herkennen omdat ze vervoegd worden.
Het volgende stappenplan helpt met het vertalen van zinnen. Het is geen definitief te volgen stappenplan, eerder een aanwijzing. de verschillende stappen kunnen in elkaar overlopen. In het begin is dit echter een goede houvast.
- De eerste stap is oriëntatie op de tekst. Kijk of er namen gneoemd worden etc. Wat weet je van de auteur, wat zijn zijn taalkenmerken. Bekijk of er tips in de aantekeningen worden gegeven.
- Lees de zin van links naar rechts. De persoonsvorm krijgt een dubbele streep, overige werkwoordsvormen zoals infinitieven, participia en gerundium/gerundivum krijgen een enkele streep. De persoonsvorm is te herkennen aan het feit dat deze een werkwoordsvervoeging heeft. Van de participia en gerundium/gerundivum is de uitgang die van naamwoorden, waardoor deze al moeilijker te herkennen zijn. Markeer ook andere zinsdelen die congrueren.
- De tweede stap is het herkennen van de structuur van de zin. Zoek naar voegwoorden (et, cum, ut), verwijswoorden (qui, quae, quod, is, ea, id, ille, iste, ipse, etc.), partikels en andere signaalwoorden. Let ook op andere kenmerken zoals directe rede , leestekens (, . : ; ? !). Deel het in in hoofdzinenn en bijzinnenn. Is het een mededelende, vragende of bevelende zin?
- De derde stap is het determineren van de persoonsvorm. Welke persoon? Welke tijd? Welke modus (ind., coni., imp.)? Is het actief of passief? Zoek op wat het werkwoord betekent. Probeer de coniunctivus te verklaren
- De vierde stap is het analyseren van de werkwoordsvormen. Het gaat hierbij vooral om het plaatsen van de overige werkwoordsvormen. Is er sprake van een a.c.i., abl. abs. of juist een perfectum passief, gerundivum necessitatis of een gewoon gerundivum. bijv werkwoorden van zeggen of spreken gaan met aci.
- Bekijk de valentie, en bedenk welke essentiële zinsdelen nodig zijn. Zoek de essentiële zinsdelen en vertaal de zinskern.
- Bekijk de participia etc. weer en vertaal deze
- Vertaal de overige bepalingen
- Doe ditzelfde voor bijzin 1, dan 2, dan 3, etc.
Voorbeeld:
Stap 1: Incredibile est quanto desiderio tui tenear. - Deze brief is geschreven door Plinius aan zijn vrouw Calpurnia, omdat zij ergens anders was.
Stap 2: Incredibile / est / quanto desiderio / tui / tenear. - De zin opgedeeld in zinsdelen, persoonsvormen en andere werkwoordsvormen zijn gemarkeerd.
Stap 3: Incredibile / est / QUANTO desiderio / tui / tenear. - Structuur: quanto geeft aan dat er een afhankelijke vraagzin komt.
Stap 4: Incredibile / est / QUANTO desiderio / tui / tenear. - est = 3e p. praes. ind. act., tenear = 1e p. coni. praes. pass. De coni. interrogativus
Stap 5: Incredibile / est / QUANTO desiderio / tui / tenear. - er zijn geen andere ww-vormen
Stap 6: Incredibile / est / QUANTO desiderio / tui / tenear. - valentie van est = 2, koppelwerkworod dus heeft een aanvulling nodig. valentie van tenear = 1. bij beide vormen is het onderwerp ingesloten in de pv.
vertaling: het is ongeloofelijk ... ik word vastgehouden.
Stap 7: Overige bepalingen: quanto desiderio =hoe een groot verlangen, abl. dus door, tui = gen obi. dus naar jou
vertaling: Het is ongeloofelijk door hoe een groot verlangen naar jou ik word vastgehouden.
http://ans.ruhosting.nl/e-ans/index.html
GAIUS JULIUS HYGINUS
FABVLAE
PANDORA
Prometheus Iapeti filius primus homines ex luto finxit.
Postea Vulcanus Iovis iussu ex luto mulieris effigiem fecit, cui Minerva animam dedit, ceterique dii alius aliud donum dederunt; ob id Pandoram nominarunt.
Ea data in coniugium Epimetheo fratri; inde nata est Pyrrha, quae mortalis dicitur prima esse creata.
PROSERPINA
Pluton petit ab Iove Proserpinam filiam eius et Cereris in coniugium daret.
Iovis negavit Cererem passuram, ut filia sua in Tartaro tenebricoso sit, sed iubet eum rapere eam flores legentem in monte Aetna, qui est in Sicilia.
In quo Proserpina dum flores cum Venere et Diana et Minerva legit, Pluton quadrigis venit et eam rapuit; quod postea Ceres ab Iove impetravit, ut dimidia parte anni apud se, dimidia apud Plutonem esset.
http://www.gutenberg.org/files/18251/18251-h/index.html#pagev
Determineren
Je eet hem als het ware vanaf achter op. Het eerste dat je tegenkomt is de persoonsuitgang. Dit is een van de volgende:
- praes.-rijtje: -o/-m, -s, -t, -mus, -tis, -nt
- pass.-rijtje: -(o)r, -ris, -tur, -mur, -mini, -ntur
- perf.-rijtje: -i, -isti, -it, -imus, -istis, -erunt
- imp.-rijtje: -, -te
Als dit is gedaan, blijft het tijd- en wijskenmerk over, ook hier zijn maar een beperkt aantal mogelijkheden.
Als laatste blijft de stam over. Deze heeft twee mogelijkheden: praes.-stam of perf.-stam.
Bijvoorbeeld: laudaverim.
je ziet het praesensrijtje. je snoept de -m eraf
laudaveri- blijft over.
omdat je weet dat het praes rijtje is, zijn de volgende tijden mogelijk:
ind. act. | ind. pass. | coni. act. | coni. pass. | imp. | |
---|---|---|---|---|---|
praes. | praes.-stam + praes.-rijtje | praes.-stam + pass.-rijtje | praes.-stam + e + praes.-rijtje | ||
impf. | praes.-stam + ba + praes.-rijtje | praes.-stam + ba + pass.-rijtje | |||
fut. | |||||
perf. | |||||
plqpf. | |||||
fut.ex. |
amare
beminnen, bemin, bemint, beminde, beminden, bemind, beminnend, bemminende, bemminenden, beminne
In het latijn zijn er 139 vormen:
amare, amo, amas, amat, amamus, amatis, amant, amabam, amabas, amabat, amabamus, amabatis, amabant, amabo, amabis, amabit, amabimus, amabitis, amabunt, amavi, amavisti, amavit, amavimus, amavistis, amaverunt, amaveram, amaveras, amaverat, amaveramus, amaveratis, amaverant, amavero, amaveris, amaverit, amaverimus, amaveritis, amaverint, amor, amaris, amatur, amamur, amamini, amantur, amabar, amabas, amabat, amabamus, amabatis, amabant, amabor, amaberis, amabitur, amabimur, amabimini, amabuntur, amem, ames, amet, amemus, ametis, ament, amarem, amares, amaret, amaremus, amaretis, amarent, amaverim, amaveris, amaverit, amaverimus, amaveritis, amaverint, amavissem, amavisses, amavisset, amavissemus, amavissetis, ammavissent, amer, ameris, ametur, amemur, amemini, amentur, amarer, amareris, amaretur, amaremur, amaremini, ama, amate, amavisse, amari, amans, amantis, amanti, amantem, amante, amantes, amantium, amantibus, amantia, amatus, amati, amato, amatum, amatorum, amatis, amatos, amata, amatae, amatam, amatarum, amatas, amaturus, amaturi, amaturo, amaturum, amaturorum, amaturis, amaturos, amatura, amaturae, amaturam, amaturarum, amaturas, amandus, amandi, amando, amandum, amandorum, amandis, amandos, amanda, amandae, amandam, amandarum, amandas.
Schrik hier niet van, het is juist voordelig! In het Nederlands schrik je ook niet als je hoort dat beminnen tien vormen heeft. Dit is omdat ze allemaal van elkaar af te leiden zijn.
Beminnen - en = bemin = stam
stam + t = bemint
stam + de = beminde,
stam + den = beminden
inf. + d = beminnend,
etc.
Net als dat in het Nederlands een verband bestaat tussen de verschillende vormen, is dit ook in het Latijn zo. We gaan nu niet in op alle regels voor het vormen van deze vormen, maar het is belangrijk om patronen te herkennen. Zo zie je dat er maar een paar mogelijke uitgangen zijn, zoals bijvoorbeeld -o, -s, -t, -mus, -tis, -nt, -m, -i, etc. Je zult ontdekken dat er in totaal 16 uitgangen zijn.
Valentie
Elk werkwoord heeft een zogenaamde valentie. Dit geeft aan hoeveel 'elementen' er nodig zijn. Als voorbeeld: hoeveel rollen er zijn
Mijn vader helpt mij. - Deze zin heeft een valentie van twee. Het werkwoord 'helpen' heeft namelijk altijd iemand nodig die helpt (onderwerp) en iemand die geholpen wordt (lijdend voorwerp). Een zin als 'mijn vader helpt' voelt ook niet compleet, je vraagt je gelijk af, wie hij dan helpt.
Ik geef mijn moeder een cadeau. - Deze zin heeft een valentie van drie. Het werkwoord 'geven' heeft namelijk altijd iemand nodig die geeft (onderwerp) en iets dat gegeven wordt (lijdend voorwerp). Hier kan nog een derde element aan toegevoegd worden, namelijk degene die ontvangt (meewerkend voorwerp). Ook al is dit niet noodzakelijk (de zin Ik geef een cadeau is namelijk al 'compleet'), zeggen we toch dat het werkwoord een valentie van drie heeft.
Groeien
regenen Het regent regendruppels.
nul valentie
het verwijst niet naar een bestaand iets.
ongrammaticaal worden
het wordt bekend verondersteld wie de ontvanger is, bijvoorbeeld
maken
essentiële zinsdelen
de zinskern
http://neon.niederlandistik.fu-berlin.de/nl/nedling/syntax/function
http://lt-tijdschriften.nl/ojs/index.php/ltm/article/viewFile/1609/1217
bepalingen
signaalwoord, voegworod, verwijswoord
mededelende zin, vragende zin, imperatieve zin