Zelfstandige naamwoorden
In het Nederlands kun je er een lidwoord voor zetten, maar het Latijn kent geen lidwoorden. femina kan daarom ‘vrouw’, ‘de vrouw’, ‘een vrouw’ of ‘zijn/haar/jouw/mijn vrouw’ betekenen.
Een zelfstandig naamwoord (substantief; subst.) is de naam van een mens, dier, plant, materiaal, stad of gebied of begrip.
Groepen
Niet alle zelfstandige naamwoorden worden hetzelfde verbogen. Er zijn vijf groepen, die naar de uitgang worden ingedeeld. Verbuigingen worden gevormd door een andere uitgang achter de stam te plakken. Er geldt dat bij elke groep de gen. sing. een unieke uitgang heeft. Ook het geslacht hangt af van de uitgang.
uitgang | voorbeeld | gen. sing. | stam | geslacht | |
---|---|---|---|---|---|
Groep 1 | –a | femina | feminae | femin– | vrouwelijk |
Groep 2a | –us | servus | servi | serv– | mannelijk |
Groep 2b | –um | templum | templi | templ– | onzijdig |
Groep 2c | –er | ager | agri | agr– | mannelijk |
–er | puer | pueri | puer– | mannelijk | |
Groep 3a | –? | rex, regis | regis | reg– | (zie woordenlijst) |
Groep 3b | –? | nomen, -minis | nominis | nomin– | onzijdig |
Groep 4a | –us | currus | currus | curr– | mannelijk |
Groep 4b | –u | cornu | cornus | corn– | onzijdig |
Groep 5 | –es | res | rei | r– | vrouwelijk |