Inleiding

Het Latijn is de taal gesproken door de Romeinen. De Romeinen waren een volk dat erg veel van veroveren hield, en ongeveer heel Europa en Noord-Afrika onder hun gezag hadden. De Romeinen hadden hun oorsprong in het gebied Latium, wat rond Rome ligt. Doordat de Romeinen later zo erg zijn gaan uitbreiden, verspreidden zij het Latijn over heel Europa en is het daar verder ontwikkeld.

Toen in de 5de eeuw het Romeinse Rijk uiteenviel, verdween de taal niet. Het werd de taal van de wetenschap, cultuur en religie. Zo zijn er ook woorden in andere talen met een Latijnse oorsprong: cultuur, programma, pagina, etc.

Desalniettemin is het Latijn een dode taal, het wordt niet meer gesproken. Toch leren wij het nog en zijn er zelfs mensen die Latijnse woorden bedenken voor nieuwe begrippen, zoals computer en auto. Dit heet Neo-Latinisme.