Minotauros

(Deze afbeelding kan niet worden weergegeven)
Theseus en de Minotauros

Volgens de Griekse mythologie was de Minotaurus een legendarisch monster, half man en half stier.

Toen Minos de vergissing beging de god Poseidon te beledigen, bewerkte Poseidon dat Pasiphaë (de vrouw van koning Minos) een grote begeerte ontwikkelde voor een witte stier. Zij liet Daedalus een houten koe ontwerpen, waarin zij zich verschool en op die manier gemeenschap kon hebben met de stier. Hieruit werd de Minotaurus geboren.in het (Grieks Μινώταυρος, Latijn Minotaurus). 

Na zijn geboorte sloot Minos de Minotaurus op in zijn labyrint. Androgeus (één van de zonen van koning Minos) was vermoord in Athene. Als wraak besloot Koning Minos dat de stad Athene elk jaar zeven jongens en zeven meisjes naar Kreta zou moeten sturen, waar zij in het labyrint bij de Minotaurus werden opgesloten en zo als voedsel voor de Minotaurus zouden dienen. Aegaeus, de koning van Athene, had een zoon, Theseus, die sterk was en vooral erg moedig. Toen Theseus zag hoe verdrietig iedereen was, besloot Theseus zich vrijwillig naar Kreta te laten brengen, met als doel de Minotaurus te doden. Vlak voordat Theseus vertrok vroeg koning Aegaeus zijn zoon om op de terugweg de zwarte zeilen op het schip te vervangen door witte. Dan zou hij van grote afstand kunnen zien dat zijn zoon het overleefd had en dat hij de Minotaurus had verslagen. Theseus beloofde dit te doen. Toen ze aangekomen waren in Knossos (voornaamste stad van Kreta) kwamen gewapende wachten hen tegemoet en voerden hen over steile paden en over stenen trappen naar boven en naar binnen in het immense koninklijke paleis dat zich hoog op een heuvel uitstrekte. Ze kwamen in een prachtige zaal, waarvan alle wanden bedekt waren met kleurige schilderingen, en daar, op zijn troon, zat koning Minos met zijn twee dochters, Phaedra en Ariadne, aan weerszijden van hem.

Dertien gevangenen stonden met het hoofd gebogen. Alleen Theseus stond fier rechtop en keek koning Minos recht aan.
"Stoutmoedige jongeling," zei de koning, "wie ben jij?"

"Ik ben Theseus, zoon van Aegaeus, de koning van Athene," antwoordde hij. "En ik ben gekomen om de Minotaurus te doden, zodat er niet nog meer van onze jonge mensen hoeven te sterven!"
Toen gaf de koning zijn wachters bevel om Theseus te onderzoeken op wapens. En toen zij merkten dat hij geen wapens bij zich droeg, lachte koning Minos. "Hoe wil je de Minotaurus doden?" vroeg hij. "Met je blote handen?"
"Als het niet anders kan!" antwoordde Theseus.
Ariadne, de prinses, keek Theseus aan. Hij was zo dapper en zo sterk. Ik zal hem helpen, dacht ze. Zo'n man hoort niet te sterven!

Zodra de jonge Atheners waren weggevoerd naar de paleisgevangenis, ging Ariadne naar de keukens, mengde slaappoeders in een paar grote kannen wijn en beval de dienaren om de wijn aan de gevangenbewaarders te brengen. Daarna ging ze naar haar vaders kamer en stal een goed, scherp zwaard.
Ten slotte opende ze een klein beschilderd doosje, waarin ze haar privé-schatten bewaarde, en nam er een kluwen goudgaren uit. Dit was het kluwen garen waarover ze niemand verteld had, zelfs niet haar zusje. Toen ze nog een klein meisje was had ze het gekregen van de knappe Daedalus, de man die het labyrint ontworpen en gebouwd had. Hij had gezegd: "Nu mag je nog met dit glinsterende kluwen spelen, Ariadne. Maar vergeet niet dat het een toverkluwen is..." en toen had hij iets in haar oor gefluisterd.

Die nacht sliepen de wachten natuurlijk als een blok! En ook de gevangenen, die moe waren van hun reis. Maar Theseus lag wakker, en probeerde te bedenken hoe hij de Minotaurus kon doden.
Rond middernacht zwaaide de gevangenisdeur open en daar stond Ariadne, de prinses. "Kom," zei ze. "Volg mij."
Ze nam hem mee door bochtige gangen, lange trappen af, steeds verder naar beneden. Eindelijk ontsloot ze een zware houten deur en deed hem open. Voor hen lag een nauwe gang - en verderop? Daar was duisternis. Ze stonden bij de ingang van het labyrint.
Ariadne gaf Theseus het zwaard van haar vader. "Hiermee kun je de Minotaurus doden," zei ze. En toen gaf ze hem het kluwen goudgaren, maar het losse einde hield ze vast. "Leg het kluwen op de grond," zei ze. "Het zal uit zichzelf voor je uit rollen en je meevoeren naar het hart van het labyrint. Als je terugkeert, wind je het op en dan zal het je naar buiten leiden."
"En zul jij hier wachten tot ik terugkeer?" vroeg Theseus.
"Ik zal mijn uiteinde van de draad vasthouden en ik zal wachten!" zei Ariadne.
Theseus legde het gouden kluwen op de grond en terwijl het wegrolde in de duisternis glansde de draad en gaf een vaag soort schijnsel. Hij volgde het, door koude, nauwe, stenen gangen. Hij ging links en rechts, en weer terug en maakte weer een bocht, verder en verder, het kluwen volgend.

Hij liep door tot het gouden kluwen tot stilstand kwam in een holle, grauwe, duistere ruimte. Hij had het hart van het labyrint bereikt en daar, alsof het beest Theseus opwachtte, was de Minotaurus.
Het woeste dier zwaaide zijn kop naar links en naar rechts. Hij blies en stampte. En toen liet hij zijn schouders zakken en viel aan, zijn hoorns, als dolken zo scherp, vooruitgestoken.
Theseus klemde zijn zwaard stevig vast en stond pal. De Minotaurus was al bijna bovenop hem, toen Theseus met een vlugge beweging opzij sprong, zich omdraaide en het zwaard in de nek van het monster stak. Dat was genoeg. Het monster struikelde, stortte zwaar ter aarde en stierf.

Nu moest Theseus uit het labyrint zien te ontsnappen. In een hoek zag hij vaag het schijnsel van het gouden kluwen. Hij raapte het op en ging op weg, het garen opwindend terwijl hij voortliep. En de draad leidde hem langs dezelfde kronkelende, bochtige weg weer terug naar de open deur en naar Ariadne.

Toen ging alles verder heel snel. Theseus en Ariadne wekten zijn jonge metgezellen en brachten hen buiten het paleis. Onderweg naar de haven besloot Ariadne samen met hen te vertrekken. Ze mocht Theseus graag en wilde bij hem blijven en bovendien besefte ze dat haar vader wel heel boos zou zijn als hij te weten kwam wat ze gedaan had.

(Deze afbeelding kan niet worden weergegeven)
De Minotauros

Dus gingen ze allemaal aan boord van het schip uit Athene, de zeelieden werden wakker geschud en de zwarte zeilen werden gehesen. Ten slotte staken Theseus en de andere jongens - vlak voordat ze Kreta verlieten - koning Minos' grootste en snelste schepen in brand, voor het geval de koning hen zou achtervolgen.

Ariadne had besloten om mee naar Athene te gaan. (maar werd zeeziek en smeekte op het eerste beste eiland afgezet te worden) Hierdoor vergat Theseus op de terugweg de zwarte zeilen te verwisselen voor witte zeilen. Toen zijn vader het schip met zwarte zeilen zag aankomen, dacht hij dat zijn enige en zeer geliefde zoon dood was. Overmand door verdriet en wanhoop sprong de koning in zee en verdronk.
Toen Theseus' schip eindelijk het anker liet vallen en hij en de zes jongens en de zeven meisjes aan land kwamen, heerste er grote vreugde in Athene.
"Theseus, onze held!" riepen de mensen. "Jij hebt de Minotaurus gedood! Jij hebt onze kinderen gered!" en ze hingen bloemenslingers om zijn hals.
Maar Theseus' geluk was van korte duur, want toen kwam er een boodschapper met het bericht van zijn vaders dood.
Theseus' ogen vulden zich met tranen. "De zeilen - de zwarte zeilen!" zei hij. "Waarom ben ik dat vergeten?" Maar het kwaad was geschied en kon niet meer ongedaan gemaakt worden.
Theseus werd koning van Athene en hij was een goede koning, wijs en machtig en geliefd bij het hele volk. Maar nooit vergat hij zijn vader, die hem zo had liefgehad.

Theseus besloot de zee, waarin koning Aegaeus verdronken was, de Aegaeïsche zee te noemen. De Egeïsche zee.

The Storyteller: http://www.dailymotion.com/video/xqh152