Griekse theater

In het Oude Griekenland kwam de bloeiperiode van het theater rond 5de eeuw voor Christus. Er was een onderscheid te maken tussen twee soorten theater: de tragedie en de komedie. Een theatervoorstelling was een feestelijke gebeurtenis, bedoeld om het volk het harde werk even te laten vergeten. Theaters lagen dichtbij tempels. De geschiedenis van het theater is dan ook nauw verbonden met religie. Om de twee soorten te begrijpen, kan je het beste de geschiedenis ervan nagaan.

Tragedie

Een tragedie is een verhaal, waarin de hoofdpersonen met allemaal dilemma’s komen, en pogingen doen om deze te vermijden/op te lossen, maar dit lukt niet en het verhaal heeft geen ‘happy end’. De tragedie is begonnen als zijnde een dithyrambe. Dit is een lied gezongen door een koor (van jongens) die liederen ter ere van de god Dionysos (van de wijn, roes, feest, vruchtbaarheid). Deze liederen waren mythologisch getint. Rond 600 v.Chr. begon er een wedstrijd tussen deze dithyrambenkoren te komen. Dit werd steeds gekker: ze verfden zichzelf, droegen maskers, etc. Tijdens deze liederen eerden ze Dionysos, offerden ze, etc. Ze werden begeleid door een dubbele hobo. De prijs was een bokje, of τραγος (in het Grieks). In 534 v.Chr. kwam Thespis. Hij bedacht dat in het koor, een iemand afgezonderd moest worden, om zo een soort dialoog te krijgen. Dit kan je als de eerste acteur zien. Zo’n acteur heet een ύπποκριτης. Aan het eind waren er 3 acteurs. Deze wisselden maskers om andere personages te zijn, en ze speelden ook voor vrouwen. Het waren namelijk altijd mannen.

Grote Dionysia

Een soort vervolg op deze wedstrijd is de Grote Dionysia. Deze werden elk jaar in Athene gehouden. Eind Maart waren er 5 dagen van feesten, offeren en theater. Eind Maart kwam de zeevaart op gang, en veel Grieken kwamen van alle hoeken van het rijk. Dit zijn onder andere:
  • De Peloponnesos
  • Het vaste land van Griekenland
  • De Griekse Eilanden
  • De Westkust van Turkije (Asia Minor)
  • Cyprus
  • De Zuidkust van Italië (Magna Graecia)
De eerste dag werd het beeld van Dionysos uit zijn tempel de stad in getrokken. De tweede dag was offeren en zingen. Op dag 3 tot 5 werden theaterstukken opgevoerd. Elke dag 3 tragedies van 1 schrijver. Drie tragedies is hetzelfde als een trilogie. Vaak liepen deze tragedies ook in elkaar over. De ene ging over de opa, de ander zijn zoon en de andere kleinkinderen of iets in die richting. Deze werden afgesloten met een satyrspel. Een satyrspel is een soort komedie met het koor verkleedt als satyrs. Ook deze verhalen waren mythologisch getint. Ze waren om je een soort van wakker te schudden: een tragedie duurt ongeveer 1,5 uur, dus drie is al gauw 4,5 uur, wat erg lang is. Ook hier zat een wedstrijdelement in: dag 3 ging tegen 4 & 5, 4 tegen 3 & 5, en 5 tegen 3 & 4. De schrijvers van die dagen namen het tegen elkaar op. De winnaar kreeg een olijftak, bepaalde ‘privileges’ zoals eten, en een monument waar zijn naam op staat, maar ook die van de liturg.  De liturg is de rijke Athener die alles uit eigen middelen sponsort. Liturg komt van λειτουργια. Ze moesten alle drie een dag financieren. Na deze spelen gingen de spelers die gewonnen hadden op tournee.

Komedie

De komedie heeft een hele andere oorsprong, maar toch passen ze wel bij elkaar. Komedie komt van κομος dat optocht/feest betekent. Deze optocht/feest is ter ere van Dionysos. Je kan het vergelijken met carnaval: de mensen gingen in rare kleren, en zongen liederen over vruchtbaarheid. In de 5de eeuw voor Christus was het een soort cabaret, met dans, liederen, satyren en maatschappijkritiek. Deze kritiek was keihard: de samenleven (denk aan oorlogen, de positie van de vrouw, etc.), de omgang van mens tot mens, politici, geleerden, schrijvers en zelfs goden werden allemaal bekritiseerd. Het was uiteindelijk een soort musical met 3 spelers en maskers en een koor. De komedie had in tegenstelling tot de tragedie eigen festivals, en de kleding bestond uit belachlijkmakende dingen zoals neppenissen, een kussen onder de broek, etc.

Theater

Nu we de soorten theater hebben gehad, mogen we de opbouw niet vergeten.

(Deze afbeelding kan niet worden weergegeven)
De verschillende bouworden.
(Deze afbeelding kan niet worden weergegeven)
De verschillende bouworden.

1)   Dit zijn de zitplaatsen of het theatron. Dit komt van θεαομαι dat kijken/aanschouwen betekent.
I)    Dit is een trap waarop je kan lopen.
II)   De eerste rijen waren voor ‘vips’. Deze bestonden uit een soort uitgehakte stoelen. Deze waren bedoeld voor: de priesters van Dionysos, de regeerders, de rijken en de liturg.
III)  Deze plaatsen zijn voor de laatkomers en ‘gastarbeiders’. Als vrouwen en slaven al mochten komen, konden zij ook op de achterste rijen.
2)   Dit is de orchestra. Dit komt van ορχεισθαι dat dansen betekent. Dit is een aangestampte plek waar ze dansten. In het midden hiervan stond een altaartje.
3)   Hier zaten de musici
4)   Dit is de scene of σκηνη. De scene was een kleedruimte, opslagruimte en decor. De scene was altijd een tempel of paleis. In de scene zaten altijd 3 deuren.
Er ging nooit iemand dood op het toneel: dat hoorde niet op een toneel. Dit gebeurde ook in de scene. De acteurs gingen naar binnen, en uit het middelste deurtje kwam soms een εκκυκληκια. Dit is een soort plateau met het ‘lijk’.
Soms stond er naast het toneel ook nog een soort hijskraan. Dit was voor een acteur die een god speelde en uit de lucht naar beneden kwam vliegen. Dit heet een ‘deus ex machina’.

De akoestiek (ακουω is horen) van het theater is erg bijzonder: je horde alles tot op de bovenste rij. Je kan zien dat er daarom ook nu nog concerten worden gehouden.