Woordsoorten

Een taal heeft heel veel woorden. Deze woorden maken samen zinnen. Om structuur in deze zinnen te brengen, kan je ze ontleden. Hierbij ga je terug naar het allerkleinste stukje wat nog een betekenis heeft. Een manier van ontleden is taalkundig ontleden, waarin je de woorden in woordsoorten indeelt:

woordwoort grammaticale term Nederlands voorbeeld Grieks voorbeeld
lidwoord artikel de, het, een  
zelfstandig naamwoord

substantief

huis, dier, boek

 

bijvoeglijk naamwoord

adjectief

goed, lang, snel

 

voornaamwoord

pronomen

 

 

   persoonlijk vnw.

   pron. personale

ik, jij, wij

 

   wederkerend vnw.

   pron. reflexivum

me, je, zich

 

   bezittelijk vnw.

   pron. possesivum

mijn, jouw, onze

 

   aanwijzend vnw.

   pron. demonstrativum

die, dat, gene

 

   bepaald vnw.

   pron. determinativa

zelf, die, dezelfde

 

   onbepaald vnw.

   pron. indefinitum

iemand, ieder, iets

 

   betrekkelijk vnw.

   pron. relativum

die, dat

 

   vragend vnw.

   pron. interrogativum

wie, wat, welke

 

telwoord

numerale

één, eerste, eenmaal

 

werkwoord

verbum

roepen, horen, zijn

 

bijwoord

adverbium

dus, niet, ook

 

voorzetsel

prepositie

na, uit, tussen

 

voegwoord

conjunctie

en, omdat, als

 

tussenwerpsel

interjectie

o!, ach, gegroet

 

partikel

partikel

(er zijn geen partikels)

 

 

Griekse uitspraak van de dag